Maand: februari 2002


  • Verval komt met de jaren. Eerst langzaam, ongemerkt, sluipend. Op een gegeven moment komt er een indirecte aanwijzing richting verval. In de binnenkant van mijn broekspijp, op mijn bovenbeen, zat een slijtageplek in mijn broek. Het onderliggende garen stak door de bovenlaag heen. Ik dacht aan slijtage van de broek door het vele dragen van dit favoriete kledingstuk, maar niets bleek minder waar.
    Daarna werd het verval duidelijker, schrijnender, onafwendbaar. Tijdens het fietsen merkte ik dat ik lichtjes bleef haken tijdens het trappen, op precies dezelfde plek waar in mijn ene broek de slijtageplek was ontstaan (inmiddels een volwassen gat). Ik checkte de oorzaak van het haken: er stak een pinnetje uit mijn zadel waardoor (inmiddels al) mijn broeken naar de knoppen gingen. Ik verwijderde het pinnetje en gooide het in de prullenbak. Zal je leren.
    Aan de achterkant resulteerde het verwijderen van het ene losse pinnetje in een ander los pinnetje. Dat pinnetje viel er spontaan uit bij het racen over één van de verkeersdrempels die onze hoofdstad rijk is. Evenals het twee pinnetje aan de achterkant. Mijn zadel zat nog aan één pinnetje vast. Dat was anderhalve week geleden. Het gehele proces nam zo om en nabij een maand in beslag.
    Vanwege de wind trof ik de kap van mijn zadel elke ochtend omgeklapt op het ijzeren gedeelte aan. Regen zorgde voor een lekker vogelbadje in mijn zadel, vegetatie bloeide ’s nachts met volle teugen, om vervolgens weer door mij om zeep geholpen te worden als ik het zadel terugklapte en erop ging zitten met mijn volle gewicht. De waterplekken in mijn broek zorgden voor grote hilariteit op mijn werk. Het laatste pinnetje begon nu ook te protesteren en maakte alras nieuwe slijtageplekken aan de andere kant van mijn broek.

    Vanochtend was de kap van mijn zadel weg. Ik zocht onder, naast en in de buurt van mijn fiets, en vond hem na een tijdje terug in de bosjes. Ik legde de kap op het zadel en fietste naar de fietsenmaker. Daar aangekomen stapte ik af, nam mijn zadel in mijn afstap mee en legde het onderdeel op zijn toonbank.
    Verval komt met de jaren, sprak hij wijs en kom vanavond maar terug. Ik heb nu een nieuw zadel, maar het veert helemaal niet. Voordeel is wel dat er geen pinnetjes aan de zijkant zitten.


  • Ik ben verbouwereerd. Stomgeslagen. Verbaasd. Ook wel gekwetst. Maar vooral verbouwereerd.
    Het begon een jaar of drie geleden. De buurvrouw van één hoog verliet het huis na 25 jaar hier gewoond te hebben om de 55 vierkante meter in te ruilen voor 120 met tuin voor hetzelfde bedrag, dezelfde stad, andere buurt. Altijd spannend om te kijken wie de nieuwe buren zijn. En jawel, enkele dagen later betraden J. en P., vroege dertigers, hun nieuwe woning.
    In de eerste week gebeurde er niets. Ik kwam ze niet tegen, had slechts van bovenaf hun kruinen op straat gezien, kende hun achternamen via de post en hun smaak via de Telegraaf. Geen klop op mijn deur, geen hallo richting mij (nu de langstwonende, ha!), geen briefje met een aantekening dat zij de woning hadden betrokken. En inderdaad, ik had ook zelf het contact kunnen leggen, maar in eerste instantie deden we van beide kanten niets.
    Al snel kwam ik P. geregeld tegen op de trap, werd ik uitgenodigd om op het balkon een kop koffie te drinken in de zon (het was toen blijkbaar zomer en ik was nog student en oh wat was het leven goed), we praatten over elkaars leven, over dat ik student was en zij niet meer, over kinderwensen en over tweeverdieners. Woorden werden omgezet tot werkelijkheid en al snel was P. zwanger van J.
    Op een ochtend liep ik de trap af naar beneden en achter hun deur hoorde ik een baby huilen. Het kinderke L. was geboren! In ‘mijn’ huis, twee verdiepingen beneden mij, was die nacht een klein wonder geschied. Ik ging om kraamvisitie, ik kocht kadootjes, ik legde de krant ’s ochtends alvast voor haar deur. En af en toe kwam ik nog op bezoek voor een kop koffie terwijl zij de borst gaf en vertelde over het moederschap.
    Ik bood mijn hulp aan als oppas mochten ze er ooit om één verlegen zitten, ik bood mijn hulp aan als ik iets anders kon doen, en verder liet ik ze rustig alleen. We kwamen elkaar nog steeds geregeld tegen in het trappenhuis, wij groetten elkaar, bespraken ons beider gemoed met steekwoorden, en leefden zoals buren dat zouden moeten doen, met elkaar op vredige, niet opdringerige en zeer aangename wijze.

    Sprong in tijd. Heden. Vanochtend werd ik wakker van gestommel en lawaai. Niet alleen de wind bleek daar debet aan te zijn maar vooral een tweetal verhuizers die banken, kasten, planten en ander huisgerei in een grote wagen aan het laden waren waarbij zij geen rekening hielden met de krapte van het trappenhuis. Mijn nogal voordehandliggende vraag (huh? gaan P. en J. verhuizen?) werd met een nogal voordehandliggend antwoord bevestigd (ja). J. en P. waren zelf niet bij de verhuizing aanwezig, maar reeds vertrokken naar hun nieuwe woning. Waar weet ik niet.
    Nu kom ik thuis, en het huis op één hoog is leeg. De deur staat open. Er staat helemaal niets meer in, er hangt helemaal niets meer aan de muur, er is geen stofje wolk te zien. Er ligt geen briefje op de trap, er staat geen bericht op mijn antwoordapparaat. Er ligt alleen een tweetal sokken voor de deur die lang geleden van mijn wasrek naar beneden zijn gekukeld en op een plek terecht waren gekomen waar ik er niet bij kon.


  • En hoe vaak bent u al omgevallen vandaag?


  • Daar ik recht van spreken wilde hebben bij het afkraken van de film die in maart de meeste Oscars in de wacht zal gaan slepen, ben ik (nadat ik Fellowship of the Ring natuurlijk al had gezien) naar A Beautiful Mind geweest. Deze Hollywood film over de schizofrene Nobelprijswinnaar John Nash stond mij reeds lang geleden bij het zien van de eerste trailers al tegen, en toch werd ik er al vanaf het begin af aan naar toe getrokken. Tijd voor een proef op de som dus.

     

    Het ambivalente gevoel dat ik van tevoren had, heb ik ook nu na het zien van de film. Ik zou het geen goede film willen noemen, maar ik kan er ook niet echt iets op afdingen. De manier waarop schizofrenie in beeld wordt gebracht, is volgens mij zeker voor een Amerikaanse film vernieuwend en als toeschouwer vanwege een goede uiteenzetting van het verhaal zo goed en kwaad als dat gaat redelijk realistisch.

     

    Het schijnt dat John Nash in het echt (want natuurlijk is de film gebaseerd op een waargebeurd verhaal) veel onhandelbaarder is/was dan in het verhaal dat de bioscoopbezoekers voorgeschoteld krijgen, maar ik was zelf soms (aangenaam) verrast door de botheid en mensschuwheid die door Russell Crowe tentoongespreid werd. De verregaande romantisering van menselijk leed waar de Amerikanen patent op hebben, viel me daarom nog wel mee, hoewel het eind toch weer jammerlijk genoeg louter bedoeld was om tranen te trekken. Maar goed. De film is gemaakt om vermaak te bieden voor een groot publiek en vermaakt heb ik me wel. Maar iets stuit me tegen de borst. Misschien is het mijn indruk dat ik deze film niet goed mag vinden, misschien is het Russell Crowe die ik de helft van de tijd vooral heel dom vond ogen, misschien is het om het feit dat er helemaal niets te lachen valt.

     

    Waarschijnlijk is het zo dat het onderwerp mij zoveel trekt, dat de film op zich nog weinig hoeft te doen. Toch heeft deze film mij verschrikkelijk slecht doen slapen, dromen laten hebben waarin ik zelf schizofreen was, waarin bijna alle mensen uit mijn gehele leven plus nog wat verdwaalde onbekenden mij kwamen opzoeken, en waardoor ik geradbraakt wakker werd. En dat kunnen films toch niet zo vaak bij mij bewerkstelligen.


  • Mij is onrecht aangedaan. Mij is twee weken lang fijne televisie kado gedaan en het is me ontnomen zonder duidelijke aanleiding. Ik had er niet op zitten wachten, maar toen het er eenmaal was, merkte ik dat ik niet anders kon dan meegezogen worden in de stroom heroïsche daden die dagelijks aan mij verscheen. Mijn televisie was eerst met recht beledigd omdat hij al in zoveel tijden niet meer was aangeraakt, maar hij ontdooide al snel toen hij merkte dat ik hem nu bij thuiskomst steeds meteen aanzette. De avonden die doorgaans gevuld werden met sociale uitspattingen, zat ik zonder enig probleem in alle allenigheid uit, thuis op de bank. Versnaperingen dichtbij de hand, slaapzak gereed om onder te gaan liggen, gitaar binnen handbereik voor de wat langdradigere momenten, vlaggetjes opgehangen als steunbetuiging voor den Ollanders.

    In het begin sloop het er ongemerkt in. Ik was niet van plan – ik wist niet eens dat het die avond zou worden uitgezonden – om te gaan kijken. Maar eenmaal over de streep was er geen weg terug. Mijn dagelijkse portie moest worden gescoord en al was het maar een dubbele arabesque op de piste waar ik mij eerder nog nooit over had verwonderd, ik wilde het graag zien. En hoewel de commentatoren reeds na de eerste twee dagen in herhaling begonnen te vallen, bleek het noodzakelijk om mijn afspraken af te zeggen en mijzelf in eenzame opsluiting op de beeldbuis te richten. De televisie en ik.
    Gehuild heb ik, gelachen ook, mijn hart vastgehouden en mijn keel schorgeschreeuwd. En nu ik vanavond de televisie aanzet, krijg ik er niets voor terug. Ik kijk in de gids, ik check Teletekst, ik bel de NOS of er misschien een fout is gemaakt. Het is over. Het is uit. Net nu ik er helemaal in begon te komen.


  • Ha, lijstjes, altijd leuk. OOR brengt in samenwerking met 3 FM een lijst uit met de Top 100 Nederlandse nummers allertijden. En wij, de lezer/luisteraar, mogen stemmen. Tot 28 februari. Dit is mijn top 10, die voor sommigen van u, de ‘echte’ muziekliefhebber, vast niet om aan te zien is, in alfabetische volgorde. Stemt u ook, maar levert u hieronder ook even bij mij uw top 10 in? Da vink leuk.

    Bløf * Harder dan ik hebben kan
    Caesar * Before my Head explodes
    Claw Boys Claw * Rosie
    De Dijk * Als ze er niet is
    Doe Maar * Pa
    Fatal Flowers * Younger Days
    Boudewijn de Groot * Welterusten Mijnheer de President
    Johan * Tumble and Fall
    The Scene * Blauw
    Tröckener Kecks * Ik denk nooit meer aan Jou

    Overigens mis ik een boel nummers die ik anders had gekozen. Ik vind Welterusten Mijnheer de President helemaal niet het beste nummer van Boudewijn de Groot. En in de keuze van de Urban Dance Squad nummers kon ik me ook niet vinden. En Johan, Caesar en Fatal Flowers staan er bij mij op omdat ik ze een warm hart toedraag, niet omdat dit hun beste nummers zijn. The Scene met Blauw is onvervalst jeugdsentiment. En ik miste ‘De Stilte Valt Zo Hard’ van Van Dik Hout want dat is eerlijk waar gewoon een erg mooi nummer. Nu ga ik popquizzen in Café de Koe.


  • Vanavond The Great Escape op TV gezien – toen ik eindelijk het kanaal V8 op mijn televisie had gevonden (hij zat verstopt tussen Extreme Sports en Kleurnet).

    The Great Escape is cool. Zo is Hollywood op haar best. Natuurlijk waargebeurd, natuurlijk aangedikt, natuurlijk een geweldige sterrencast (o.a. Steve McQueen, Donald Pleasance, Richard Attenborough, James Garner), natuurlijk veel slechte Duitsers, natuurlijk veel isoleercel (’the cooler’), natuurlijk veel heldenrollen, natuurlijk een realistische cameravoering.
    Maar ook adembenemend spannend, zelfs voor de zoveelste keer. Drie uur lang. En een einde dat je volgens Hollywoodwetten niet zou verwachten. Zelfs niet voor de zoveelste keer. Wow.


  • Ter ontspanning van mijn werk loop ik vaak even naar de kamer ernaast. Daar maak ik een babbeltje met de mensen die daar zitten en dan kijk ik even uit het raam (in mijn kamer kan ik ook uit het raam kijken, maar dan zie ik alleen een muur op een halve meter afstand. Tenzij ik links voorover buig en me achter de computer uitrek. Dan zie ik 3 meter verderop de achterkant van een huis). Uit het raam van de kamer naast mij zie ik door de luxaflex heen het stationsplein van Almere. Een treurig plein, maar er lopen boel mensen die ik kan bekijken van bovenaf, en als de zon schijnt, is het nog best vrolijk, daar op het plein. Ik ben benieuwd naar de zomer in Almere.

    In de linkerhoek van het stationsplein, vanuit mij gezien, zit een snoepwinkel. Op de pui en boven de pui en op de vlag aan de pui staat: Oud Hollandse Snoep.
    Daar erger ik me aan. Elke keer dat ik het zie, denk ik dat er Oud Hollands Snoep moet staan. Of Oud-Hollands Snoep zelfs. Maar niet die e, Hollandse. Het is toch het snoep? De snoep? Geef mij de snoep eens aan. Geef mij het snoep eens aan. Na een tijdje weet ik niet meer of het nou het snoep of de snoep is.
    Dan ga ik in mijn hoofd af wat er zou moeten staan als er bijvoorbeeld Paard (het paard) zou hebben gestaan. Oud-Hollands Paard. Oud-Hollandse Paard. Het eerste, denk ik, op dat moment. Tot ik denk: ja, maar, het is toch ‘het oud-Hollandse paard’? Maar blijkbaar als je ‘het’ er niet voorzet, dan is het zonder e. Dus ben ik weer terug bij: oud-Hollands snoep. Zonder e. Tenzij het ‘de snoep’ is. De snoep zat in een pot in de kast verstopt omdat alle kinderen er anders van zouden snoepen. Nee, toch? Het snoep zat in een pot in de kast verstopt omdat alle kinderen er anders van zouden snoepen. Nou ja, en zo breng ik dus steeds die minuten van ontspanning door op mijn werk. Het maakt me gek!

    Van Dale wijst mij er net op dat het de snoep is. Snoep is mannelijk en niet onzijdig. De winkel in Oud-Hollandse Snoep heeft het bij het rechte eind. En toch leg ik me er niet bij neer. De snoep, tss. Dat kan toch niet.

    Waar ik me eigenlijk nog het meest aan erger, is dat ik door al dat denken meestal heel veel zin krijg in de snoep in die winkel. Bakken vol kleurige chemische troep die je zelf met een schep mag storten in een zakje, mmm. Gisteren heb ik me voor het eerst niet kunnen bedwingen en heb ik een zak schepsnoep gekocht. In de trein ben ik heel misselijk geworden en nu ook weer. Fijn! De snoep. De snoep is goed!


  • Sommige mensen stralen onbedoeld maar extra overtuigend een bepaald soort suffigheid uit. De man had bruin, vettig haar dat naar voren was gekamd met een halve scheiding in het midden en idem dito kleurige kleding. Zijn bril was veel te groot en had bruine, dikke randen die door de jaren heen dof waren geworden. Achterop zijn hoofd had hij een hardnekkige kruin, waar het kortgeknipte haar in kleine piekjes naar boven stond. Zich blijkbaar bewust van zijn opstandige kapsel, streek hij zijn kruin af en toe even glad, naar voren toe. Hij had een tik aan zijn ogen.

    Naast hem zat zijn zoontje. Zijn zoontje was een jaar of acht, maar verder een exacte kopie van zijn vader. Eenzelfde bril waar hij op school ongetwijfeld erg mee gepest werd, en in plaats van een piekend kapsel een Ajax muts met een bolletje. Zo’n bolletje dat je krijgt als je een hele bol wol om je wijsvinger en duim wikkelt, het midden met een draadje vastbindt en dan de uiteinden van de lusjes doorknipt. Het bolletje zat precies op de plek waar de kruin zat van zijn vader. Zijn benen bungelden, want het bankje was te hoog. De vader pakte zijn hand, het jongetje keek naar zijn vader op en ze hadden het over de koeien in de wei. Het jongetje vond zijn vader stoer en wijs. Het was een mooi gezicht.

    Er kwam een Heel Mooie vrouw binnen. Ze was lang, had lange blonde krullen en ze vlijde zich neder op de zitplaats tegenover het jongetje. De vader trok geschrokken zijn benen wat naar zich toe om plaats te maken voor haar toen ze langskwam. Hij keek angstig naar de fabuleuze uitstraling van de Heel Mooie vrouw alsof hij al lang geen vrouwelijk schoon had mogen aanschouwen – in het echt. Het jongetje bungelde inmiddels niet meer met zijn benen, want dan zou hij de schenen van de vrouw raken.

    De vrouw bleek behalve heel mooi ook nog heel kindvriendelijk en vroeg hem of hij net naar Ajax was geweest. Het jongetje zei verlegen dat Ajax natuurlijk helemaal niet hoefde te spelen vandaag. De vader lachte. Haha, zei hij lachend als een boer die kiespijn heeft, terwijl hij elk mogelijk aanknopingspunt in zijn hoofd afging, alle openingszinnen die hij de afgelopen jaren had gespaard intern uitproberend, loze woorden opsommend, om vervolgens niets te zeggen.

    Het gesprek, voor zover er sprake van was geweest, viel dood. De Heel Mooie vrouw keek uit het raam. De vader keek naar haar. Hij leunde daarbij zelfs een beetje naar voren, zijn benen over elkaar geslagen, zijn handen tussen zijn knieën. Het was bijna gênant, maar de vrouw leek zich er niet aan te storen. Dat krijg je misschien als je Heel Mooi bent.

    Hij mocht drie haltes naar haar kijken. Toen verliet ze de metro, hem zenuwachtig, grootogend en in totale verwarring achterlatend.


  • Daar ik nauwelijks benul heb wat ik zal gaan stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen en ik zwevender ben dan ooit tevoren, kwam ik via ex-logger Martijn uit bij Stemwijzer. Bij Stemwijzer krijg je 30 vragen en indien je deze naar alle oprechtheid invult, rolt er een staafdiagram uit met de deelnemende partijen in volgorde van overeenkomst met jouw antwoorden. ‘Amaai, wat fijn – want dan kom ik erachter wat ik moet gaan stemmen!’, dacht ik. Testje gedaan. Slechts paar keer ‘neutraal’ ingevuld. Nergens ‘geen mening’.

    Mijn uitslag: 1. Actieve Stad, 2. Arabische Democratische Partij, 3. Groen Links.
    Qué?
    Actieve Stad? Wazzda? Als de gemeente Amsterdam niet de naam van deze partij had genoemd in een opsomming, was Actieve Stad in het geheel niet op Het Internet te vinden. Zodoende zal ik zometeen de tweede link naar deze partij vormen wanneer Google mijn pagina heeft gespiderd. Hoe kan ik nou stemmen op een URL-loze partij? Wat ís Actieve Stad? Iemand een idee?

    En dan. Arabische Democratische Partij? Hein? Hierbij wel een link. Maar geen eigen site. Wel een partijprogramma op kleurnet (met een spelfout in de URL). Waarin als derde agendapunt: minder nadruk op ICT/computers. Vandaar. Ben het met teveel punten niet eens.

    Groen Links dan maar? Hmpf. Ben in geheel niet overtuigd. Probeert u het ook eens, maar de Stemwijzer werkt maar voor 9 gemeenten in Nederland. Vanaf 12 maart staat hij online voor de landelijke verkiezingen.

blogarchief

2023mei (2)
juni (1)
oktober (1)
2022mei (1)
december (1)
2021maart (1)
2020november (1)
2019januari (1)
augustus (1)
2018januari (1)
2017maart (1)
2016maart (1)
juli (1)
2015januari (4)
februari (2)
maart (1)
april (2)
mei (1)
oktober (1)
december (1)
2014februari (2)
maart (2)
april (2)
mei (2)
juni (3)
juli (5)
september (2)
oktober (1)
november (3)
2013januari (4)
februari (3)
maart (2)
april (1)
mei (2)
juni (2)
juli (4)
augustus (2)
september (3)
oktober (1)
november (1)
december (2)
2012januari (5)
februari (1)
maart (3)
april (3)
mei (3)
juni (6)
juli (4)
augustus (3)
september (3)
oktober (4)
november (4)
december (2)
2011januari (5)
februari (1)
maart (3)
april (4)
mei (5)
juni (8)
juli (5)
augustus (3)
september (2)
oktober (2)
november (2)
december (3)
2010januari (12)
februari (7)
maart (5)
april (5)
mei (14)
juni (7)
juli (5)
augustus (2)
september (4)
oktober (5)
november (2)
december (3)
2009januari (12)
februari (10)
maart (11)
april (9)
mei (6)
juni (6)
juli (6)
augustus (3)
september (6)
oktober (5)
november (6)
december (7)
2008januari (19)
februari (22)
maart (26)
april (15)
mei (17)
juni (23)
juli (14)
augustus (11)
september (7)
oktober (17)
november (14)
december (10)
2007januari (14)
februari (14)
maart (19)
april (20)
mei (16)
juni (17)
juli (17)
augustus (19)
september (15)
oktober (23)
november (15)
december (21)
2006januari (15)
februari (14)
maart (20)
april (18)
mei (22)
juni (29)
juli (24)
augustus (22)
september (20)
oktober (22)
november (24)
december (20)
2005januari (16)
februari (13)
maart (19)
april (21)
mei (16)
juni (24)
juli (25)
augustus (15)
september (19)
oktober (18)
november (20)
december (19)
2004januari (37)
februari (34)
maart (33)
april (30)
mei (39)
juni (32)
juli (20)
augustus (36)
september (31)
oktober (17)
november (21)
december (20)
2003januari (56)
februari (54)
maart (48)
april (41)
mei (46)
juni (48)
juli (40)
augustus (43)
september (37)
oktober (37)
november (14)
december (27)
2002januari (48)
februari (47)
maart (52)
april (39)
mei (50)
juni (38)
juli (31)
augustus (34)
september (39)
oktober (40)
november (54)
december (51)