Iemand tikte op mijn rug. Het stoplicht voor fietsers was op rood gesprongen en ik besloot te wachten. Toeristen staken de weg roekeloos over met hun gezicht in hun plattegrond.
Achter me stond een Japans meisje. Een touringcar vol verveelde mensen gleed voorbij. Het meisje grinnikte, met haar hand voor haar mond, alsof ze net iets had gedaan wat eigenlijk niet mocht. Belletjetrek aan mijn rug. Naast haar stond een andere Japanse, met dezelfde uitdrukking op haar gezicht, giechelend. Zij had waarschijnlijk op de rug van de man naast me getikt, want hij stond net als ik verbouwereerd naar achter te kijken.
Het meisje bij mijn fiets begon te praten. Het klonk Japans, maar het bleek toch Engels te zijn. “We go on bike?”, was de laatste vraag in haar verhaal. Daarbij wees ze op zichzelf en haar vriendin en vervolgens op mijn fiets en op de fiets van de man. Wilde ze mijn fiets lenen? Dacht het niet. De meisjes keken ons vol verwachting aan. Ze droegen bijna identieke zwarte rokjes. Hun glimlach was fanatiek.
?OK?, zei de man naast mij en hij knikte voor ons beiden. Ik keek hem verbaasd aan. Waarom antwoordde hij voor mij? De meisjes maakten een sprongetje van vreugde. Een hoop gegiechel volgde. Ze keken me dankbaar aan. Het meisje dat het dichtst bij mij stond, wierp me een instemmende hoofdknik toe. Ik kon niet meer terug. De man naast me lachte onheilspellend. Wat had hij hun beloofd?
Voor ik kon vragen wat er ging gebeuren, was de man al weg, het stoplicht was op groen gesprongen en hij was halverwege het kruispunt. Zijn Japanse meisje rende achter hem aan. Mijn Japanse stond ongeduldig naast me te wachten. “You go”, zei ze, duidelijk ge?rriteerd dat ik niet opschoot, terwijl ze in de richting wees waar de man zojuist naar toe was gegaan. Ik stapte op mijn fiets en reed het kruispunt over. Het meisje rende achter me aan en klopte me hinderlijk op mijn rug.
Aan de overkant van het kruispunt minderde de man vaart, maar hij bleef wel rijden. ?Now!?, riep hij toen. Wat now? Waarvoor was dit een teken? Moest ik iets doen? Ik bukte om eventueel naderend onheil te ontwijken. In een flits zag ik verbijsterde omstanders staren in mijn richting. Een kale man in een lange, zwarte jas pakte zijn camera. De meisjes glimlachten als waanzinnigen.
Met een ruk werd mijn fiets tot stilstand gebracht. Er trok iets aan mijn jas. Mijn rug protesteerde. Ik hoorde iets vallen. Instinctief controleerde ik of ik mijn portemonnee nog had. Het ging allemaal snel. De man naast me kwam langszij. Hij keek lachend om. Het Japanse meisje zat bij hem achterop. Ik zag hoe jong ze was. Ze hield de man stevig vast.
Achter me veegde mijn Japanse haar knie?n af. De witte kousjes waren in haar val zwart geworden en afgezakt. Ze keek me kwaad aan. ?You go, you go!?, riep ze nijdig, commanderend, klaar voor een nieuwe sprong.
Geef een reactie