De lucht kleurt langzaam roze,
niet van de ondergaande zon, maar van het kruit.
Gedichten maken,
is een vak apart.
Goede jaarwisseling en tot volgend jaar en pas op met uw vingers!
De lucht kleurt langzaam roze,
niet van de ondergaande zon, maar van het kruit.
Gedichten maken,
is een vak apart.
Goede jaarwisseling en tot volgend jaar en pas op met uw vingers!
“Hee misschien een beetje een rare vraag hoor maar euh”, zei de
caissi?re die mijn boodschappen aan het bliepen was tegen de caissi?re
achter mij.
“Ja”, zei de caissi?re achter mij.
“Hoe d?e je dat dan als je heel oud en nieuw niet mag drinken?”
“Ik mag het hele jaar door niet drinken, ik mag sowieso geen alcohol”, zei de caissi?re achter mij.
“Van mijn geloof”
“Sjemig”, mompelde de caissi?re, met peinzende ogen.
Tegenover het uitvaartcentrum ligt de basisschool waar mijn broer lesgeeft. We waren te vroeg voor de crematie, de volgauto?s zouden nog niet arriveren. Dus stonden we even later ineens tussen 25 kinderen van een jaar of zeven. ?Meester! Meester!?, gilden ze, door het dolle heen, alsof mijn broer wekenlang vermist was geweest. Vooral de meisjes klampten zich vast aan de benen van mijn broer.
?Ssssst?, zei mijn broer, terwijl hij zijn vinger op zijn lippen legde. In ??n klap was de klas doodstil. De invaljuf sloeg mijn broer jaloers gade. ?Wie weet wie dit is??, vroeg mijn broer, op mij wijzend. Diverse vingers schoten de lucht in. E?n meisje wilde haar vinger zo graag hoog opsteken dat ze erbij op haar tenen ging staan. Met haar linkerhand trok ze haar rechterarm verder omhoog. ?Rachida?, zei mijn broer. De rest van de klas trok de opgestoken vingers teleurgesteld terug. Rachida keek blij verrast. Tot ze besefte dat ze een antwoord moest geven. ?Maar ik weet het niet?, fluisterde ze, verlegen. De vingers vlogen de lucht weer in. ?Casper?, zei mijn broer.
?Het is je nieuwe moeder!?, riep het jongetje. Ik lachte, te hard, want Casper keek beschaamd weg. Laila dan. ?Alweer een nieuwe directrice!?, riep zij. Sommige kinderen knikten instemmend, dit moest het goede antwoord zijn. De klas keek verwachtingsvol naar mij. Ik schudde mijn hoofd. ?Abdelkarim?, zei mijn broer. Abdelkarim, die zou het weten. ?Het is?, zei Abdelkarim, ?het is…?. Hij bouwde de spanning op. ?De koning!!!!?, riep hij en keek erbij alsof hij z?ker wist dat hij het goed had. Hij pakte een denkbeeldig zwaard uit zijn zij en stak ermee in mijn richting. Toen tikte een meisje me op de schouder. ?Maar je weet zelf toch wel wie je bent??
Mijn broer, enigszins teleurgesteld over het raadvermogen van zijn leerlingen, besloot het nog eenmaal te vragen. Nog helemaal in de vreugde van dat moment (?Het is je zus! Het is je zus!?) liep ik stralend het uitvaartcentrum binnen. Enthousiast zwaaide ik de deur open en keek recht in tien paar droeve, naar mij starende ogen van familieleden.
Ai.
Misplaatste levensvreugde.
?Gecondoleerd?, zei ik, beleefd.
Videocolumnpje op NRC.nl.
Ik ben aan het genieten van het beste kerstpakket dat ik ooit heb gekregen: dagen vrij.
En aangezien ik voor de rest van de tijd zelfstandig ondernemer ben, mag ik vandaag voor mezelf kadootjes uitzoeken.
Dat zijn de betere dingen van kerst.
Op de pier in zee die bijna helemaal onder water stond (dat komt door
het getijde, weet je) stonden vier mensen met een kerstmuts op hun
hoofd.
Ook de hond had een kerstmuts op zijn kop.
Ze stonden netjes stil en lachten voor een foto die vandaag vast via e-mail onder vrienden en familie is verspreid.
Verder was het gelukkig net alsof het geen kerst was.
Ik had een stukje geschreven over dat er een aantal mensen had kunnen
sterven dit jaar, maar dat iedereen zich kranig weerde en overeind
bleef.
Nu op de valreep is het mijn stiefopa niet gelukt.
Het is onder de omstandigheden “misschien maar beter ook” en
“lijden/verlost” en “respectabele leeftijd” en “treurig
verpleegtehuis”, maar toch.
“Laten we niet zo lang wachten met elkaar weer zien als nu het geval
was”, zei ik tien dagen geleden nog tegen een familielid, even na het jawoord.
Maar zo snel en om deze reden was niet wat ik bedoelde.
Twee fotootjes die niets met elkaar te maken hebben.
De ene om te laten zien dat ons vlakke land soms zo mooi kan zijn.
En de andere omdat ie gewoon heel raar is.
Verkeersborden, I luv ?m. Vooral de borden die helemaal niets over het
verkeer zeggen, en des te meer over de mens. In Engeland kunnen ze dat
goed. Bordjes plaatsen op gladgemaaide gazonnetjes met de tekst dat
?ballgames not allowed? zijn. Maar ook bij ons zijn er genoeg borden om
belangrijke zaken te verbieden, de mens te waarschuwen of de
leefbaarheid te vergroten. Met name de laatste categorie kromt de tenen
regelmatig.
?Losloop gebied?, staat bij een afgetrapt veldje hier om de hoek. Naast de merkwaardige spatie
roept het bord vragen op. Blijkbaar mag je op de straat niet loslopen,
alleen op het veld. Of zou het hier om honden gaan? Het veldje is
altijd verlaten, kortom de boodschap is door niemand begrepen. Naast
het ?Losloop gebied? schreeuwt een aantal identieke borden je toe:
?Plaats hier uw rolcontainer (niet uw vuilniszak!)?. Wat is een
rolcontainer? Waar moet die vuilniszak dan? En vooral: wat heb ik
hiermee te maken? Over deze borden is vergaderd, een aantal keer
waarschijnlijk. Er is vast lang over nagedacht. Behalve de toevoeging
van de vuilniszak moest er ook een verduidelijkend plaatje bij met een
groen krulletje en een rood kruisje. Dat de borden daardoor bijna een
meter hoog werden, ach.
?Niet achteruit parkeren vanwege uitlaatgassen?, heb ik afgelopen
zondag aan mijn verzameling toegevoegd. Het begeleidende pictogram is
dit keer wel verhelderend. We zien hoe een achteruitrijdende auto zijn
walmen bij de bewoners van de benedenverdieping naar binnen stoot. De
borden komen slechts in ??n straat voor, waarschijnlijk geplaatst na
een gewonnen rechtszaak van een fanatieke bewoner.
Ook zijn er de borden waar je boos van wordt. ?Zeer gevaarlijk
kruispunt! Veel slachtoffers!?, staat er bij de kruising hier op de
hoek. Terwijl ik mij afvraag waarom ze er niet gewoon iets aan d?en in
plaats van een bord te plaatsen, veroorzaak ik bijna een ongeluk.
?Weg opgebroken?, is hier overal, de hele stad is ??n opgebroken
weg. Fietsers storen zich daar niet aan, desnoods kluun je een stukje
over het zand. Maar gisteren was er een ?Weg opgebroken? waar iemand
met een marker bij had geschreven: ?ook voor fietsers/voetgangers!? en
weer iemand anders daarna in rood: ?Echt waar!?.
Beter worden borden niet.
Een kurk heet een kurk omdat ie van kurk is.
Of w?s, moet ik zeggen, want je ziet steeds meer kurken die niet van kurk zijn, maar van plastic.
Tss!
Toch blijft de kurk kurk heten, terwijl er geen kurk meer aan te pas komt.
Zijn er meer van dit soort woorden?