Het was een studentikoze jongen, eentje van het slonzige soort, die als laatste in de vierszit naast mij plaatsnam. De hele coupé zat nu vol, mensen schoven door het gangpad op weg naar de volgende.
De studentikoze jongen pakte uit zijn tas een klapper, of een reader, afhankelijk van hoe dat op zijn faculteit genoemd wordt, en begon te lezen.
De moeder en dochter tegenover hem praatten over hun winkeldagje.
Na een tijdje ging de trein rijden en werd het langzaam stil. In de ruit zag ik dat het hoofd van de studentikoze jongen op een vreemde manier boven zijn boek hing.
Ik keek naar de werkelijke weergave en zag dat de jongen in slaap gevallen was.
Toen pas zag ik alle blikken op mij gericht. Ik was de laatste om erachter te komen dat de jongen in slaap gevallen was, iedereen grinnikte en keek mijn kant op om dit heugelijke feit te delen. Ik voelde me alsof ik aan het spelletje meedeed waarbij de laatste die zijn duim op zijn voorhoofd zet, de lul is.
De slaap van de jongen zag er indrukwekkend uit. Alle vrouwen sloegen hem geïnteresseerd gade.
Zijn hoofd zakte steeds iets verder naar beneden en kwam dan langzaam in stapjes weer recht op zijn schouders zonder dat de jongen het scheen te merken.
Op en neer.
Wij wachtten allemaal op het moment dat de jongen zijn slaap zou merken, dat hij zijn ogen open zou doen en dat hij verbijsterd wakker zou schrikken, onze blikken zou merken en zich lichtelijk zou schamen.
Intussen waren al onze ogen op hem gericht. De solidariteit onder ons vrouwen was enorm. We staarden ongegeneerd en aandachtig tot het moment zou komen. De vrouw naast me kon een kreetje van spanning niet inhouden.
Het verwachte effect bleef uit.
Alsof hij al die tijd had geweten dat zijn hoofd langzaam in stapjes op en neer was gegaan, deed hij rustig zijn ogen open en begon verder te lezen, zonder te kijken waar hij was gebleven.
Teleurstelling alom.
Geef een reactie