Op de avond van de boekpresentatie kreeg ik een cadeautje van A. We hadden de uitgeverij al verlaten en waren beland in een café in de buurt. Ik nam het cadeautje in ontvangst en zei dat ik het later uit zou pakken (er moest gegeten en gezeten). Dus legde ik het cadeautje bij mijn spullen. Het was een mooi pakje, subtiel en met leuk inpakpapier, herinner ik me.
Een aantal uren en wat drankjes en feestgevoel later verliet ik de kroeg. Traliela, fietserdefiets. Jippieyeah.
(…)
De ochtend erna werd ik wakker en bedacht ik mij met schrik dat ik het cadeautje van A. in de kroeg had laten liggen. Fuck! Ik belde de kroeg, de barvrouw zocht intensief, maar ze vond niets. Ik ging er die middag langs, zocht onder de bank en tussen de muur en de lambrizering. Geen cadeau. Ik belde K. Die zei:
"A. kennende, zal het wel een erg mooi cadeau geweest zijn."
Shit! En wat te doen?
Er tegenover A. nooit meer over beginnen? Of A. het vertellen en misschien horen dat het een speciaal cadeau was? Ik was in twijfel.
Gisteren zag ik A. weer voor het eerst sindsdien.
Blijkbaar had ik een keuze gemaakt want ik liep naar haar toe en stortte al mijn schuldgevoel over haar uit. Sorrysorrysorry.
Ze keek me aan met een blik die ik niet goed kon peilen. Maar al te best was het niet. Het kon verdriet zijn. Desillusie. Twijfel.
"Het was vast iets heel moois hè?", vroeg mijn broer gretig aan A. "Iets van vroeger, een ketting van onze moeder ofzo hè?"
A. keek nog steeds onpeilbaar.
Hoewel ik haar blik nu vooral richting verbazing vond gaan.
"Ik had helemaal geen cadeautje bij me!", riep ze toen uit.
Ik hoorde zelfs iets van schuldgevoel in haar woorden terug.
Geef een reactie