De bruid op de stoep was een jaar of vijftig. Ze zag er prachtig uit, maar ze keek verdomd chagrijnig.
Misschien kwam het door het tijdstip (08.30 uur). Dat ze nog wakker moest worden. Misschien had ze toch spijt van de keuze gratis te trouwen, om 09.00 uur,maandagochtend ook nog, en wist ze nu pas hoe onromantisch dat was. Misschien dacht ze terug aan haar eerste huwelijk. Over de mislukking die dat uiteindelijk was geworden, aan de kinderen die ze nu niet meer zag. Misschien vroeg ze zich af waar haar bruidegom bleef. Waar de gasten of de getuigen waren. Misschien had ze zonneschijn verwacht in plaats van deze mistige treurigheid. Misschien was ze wel nooit een vrolijk mens geweest en was het een wonder dat iemand haar ten huwelijk had gevraagd. Misschien vond ze dat ze er eenzaam bij stond, zo in haar uppie voor het stadsdeelkantoor. Daarin zou niemand haar ongelijk geven. Misschien vond ze het stadsdeelkantoor net zo lelijk als de naam al deed vermoeden. Of misschien was ze eigenlijk heel erg ziek, met buikkrampen, maar moest ze vandaag toch. De bruidegom was nergens in het vizier. Misschien twijfelde ze over haar toekomstige echtgenoot.
Maar misschien trof ik haar in het voorbijgaan op haar enige slechte moment van de dag en veranderde haar gezicht na mijn blik in een gelukzalig stralen.
Geef een reactie