De prinses zou zes dagen uit de buurt van het wereldwijde web blijven. Om zeker te weten dat ze niet stiekem zou inloggen, ging zij met haar onderdanen Ronja en Maus op reis in een van de koninklijke koetsen. Zij concludeerde in de koets eens te meer dat radio een kek medium was.
Op de eerste dag kwam de prinses aan in een piepklein dorpje dat geen naam mag hebben, alwaar zij met haar karavaan halt hield. Ze vond onderdak in een fijn huisje met een brandend haardvuur. Haar onderdanen Ronja en Maus snuffelden aan de plinten en aan het hout voor de openhaard. Ze doken kleine nisjes in en uit en vielen vervolgens, gelegen op hun prinsessenkussentjes, in een diepe slaap. De prinses geeuwde bij het zien veel zoveel ontspanning en voelde zich verheugd over de lege dagen die komen gingen. Ze wilde even haar mail checken toen zij bedacht dat ze losgekoppeld was van het wereldwijde web.
Op de tweede dag besloot de prinses haar vriendjes en vriendinnetjes op te bellen omdat zij vanwege de vele staatsbezoeken van de laatste tijd maar weinig tijd had gehad om hen te spreken. Zij hoorde op van sommige ontwikkelingen. Soms stemden de boodschappen haar gelukkig. Tevreden constateerde zij dat zij het internet geen moment miste. Op de televisie zag zij vele stripfiguren die aan een wedstrijd meededen, met als inzet de politieke macht over het land van haar vader.
De derde dag van haar verblijf stond in het teken van de komst van een gast. De gast zou komen logeren in een van de koninklijke stapelbedden. De prinses boende het huisje fonkelschoon, deed haar onderdanen Ronja en Maus pantoffeltjes aan en bereidde een zeer voedzame maaltijd. Met haar koets toog zij naar het dichtstbijzijnde station, alwaar zij langs een internetcafé reed. Haar koninklijke lichaam vertoonde een lichte stuiptrekking in de richting van het café, maar zij wist de stuip te onderdrukken.
Op de vierde dag bracht de prinses samen met haar gast een bezoek aan een van de vele natuurgebieden die het land van haar vader rijk was. De begroeiing had zich vol overgave in overdonderende herfstkleuren gehuld, al fluisterde één van de oudste bomen dat de warmte hem zorgen baarde. Zij spraken van de liefde en het leven het oud' verhaal.
Op de vijfde dag had de prinses een lijstje gemaakt van alle dingen die ze normaal gesproken gegoogled zou hebben. Ze voelde zich zonder het digitale naslagwerk dat haar immer op haar wenken bediende niet meer zeker over haar eigen hersenscapaciteiten. Ze weigerde echter iemand op te bellen, uit angst om voor een verslaafde uitgemaakt te worden. De prinses zag de mooiste zonsondergang sinds jaren. Het speet haar dat zij juist nu geen fototoestel had meegenomen. Zij beklom de hoogste berg in de omgeving en keek uit over de landerijen aan de ene kant en de duinen en de zee aan de andere kant.
Op de zesde dag moest de prinses afscheid nemen van haar vrijwillige ballingschap. Het was pikdonker toen zij wakker werd. Het stormde, het was koud en het regende. De prinses pakte haar valiezen en ademde de rust diep in, zodat ze er later nog wat van zou hebben. Zij prees zichzelf gelukkig met zoveel rijkdom.