De wind speelde de fietsende ochtendspits parten. De storm had zichzelf tot een gigantische hand omgebouwd die hij steeds pesterig voor de trappende fietsers neer bleef zetten. Tot hier en niet verder, zei de wind.
De voorste fietser had het het zwaarst. Zij kreeg de volle lading van het immense stopteken, terwijl ze noestig probeerde de pedalen rond te krijgen. Het verbaasde haar dat het eigenlijk niet onprettig voelde, die druk van voren. Ze had het gevoel dat ze het aankon. Op de sportschool hadden ze haar laatst verteld dat haar conditie nog maar één streepje van uitmuntend verwijderd was. (Dat er boven uitmuntend nog een categorie geweldig zat, vond ook de sportleraar taalkundig gezien een opmerkelijke hiërachie).
Met haar welhaast uitmuntende conditie ging de fietsster de onzichtbare hand te lijf. Achter haar vormde zich een steeds langer wordende rij driftige handlangers, maar geen van hen besloot de koppositie even van haar over te nemen. Handlangers waren het dus eigenlijk nauwelijks te noemen, ze vormden meer een groeiende groep opportunistische volgelingen.
De fietsster zou er in haar eentje wel voor zorgen dat deze mensen veilig en zonder te veel zweet op hun werkplek aan zouden komen. Altijd had zij, kinderboeken lezend, geweten dat er op een dag ook van haar een heldendaad zou worden verwacht. Het had even geduurd, maar dit was dus haar missie.
Ze trapte en trapte en hield de minder uitmuntenden op deze manier flink uit de wind. Het was een lange weg rechtdoor en de wind was niet aflatend. De muziek in haar oren begeleidde de heldin bij haar daad. Ondanks de zware opgave voelde ze zich groeien in haar strijd tegen de storm.
Toen moest zij linksaf.
Haar taak zat erop. Omdat ze de drukke straat zo niet kon oversteken, stopte zij rechts op de stoep. Een voor een zag zij de lange stroom volgelingen passeren. Degene die al die tijd direct achter haar had gereden, wenste zij succes. Daarna zwaaide zij als een koningin of een Tour de France-supporter naar de andere fietsers in de rij. Na een tijdje wisten de mensen niet meer dat zij degene was die de stroom al die tijd had getrokken, maar dat deerde haar niet. Ze zwaaide en zwaaide. Ruimhartig, zoals het een echte heldin betaamt.
Geef een reactie