We gingen met z'n zessen in twee auto's. Van tevoren was het parcours door de kenners verkend. Onze plek was vlak voor de top van de berg, net na een bocht, waar ook punten te behalen waren voor het bolletjesklassement. Ultragoed. Toch verwachtten we niet dat er ook veel anderen zouden zijn. Nog geen 43 kilometer vanaf de start zouden de renners ons plekje al passeren.
Wij stonden er om 11.45 uur.
Samen met een hele hoop anderen.
Onder wie veel Nederlanders die opvallend aanwezig waren.
Het was lang wachten en toen klonk er geklap en gejuich. De reclamekaravaan!
Iedereen sprong op, alsof we uitgehongerde Afrikanen waren en de reclame het VN-voedselpakket.
Plotseling ging het erom zoveel mogelijk van de gratis artikelen die de mensen op de wagens uitdeelden te grijpen, weg te grissen voor je concurrenten, te rennen voor je leven als er iets achter je neerkwam.
Ik ving een geel rugzakje en een fluorescerende armband.
Beide zou ik later weggooien.
Uitermate content ging iedereen na een uur reclamekaravaan weer in het gras zitten. Warm, was het. Het zou nog anderhalf uur duren voor de renners zouden komen.
Daar klonk weer het gejuich!
De renners kwamen eraan! En ja, na de bocht zagen wij ze! Vier dappere strijders, sterke mannen, dopingloze geweldenaars beklommen de berg met hun gespierde dijen. We riepen onze longen uit ons lijf, in alle talen. Vooruit! Go go go! Jullie kunnen het! Allez allez!
'Welke renners waren dat?'
'Geen idee.'
En er klonk weer gejuich verderop, nauwelijks een minuut later en ja, daar kwam het peloton! Onder luid lawaai van de televisiehelikopters. Wij sprongen. Het peloton reed met grote snelheid de berg op, wij riepen hoera! En wow! En allez vite vite!
'Kijk daar heb je Laurens ten Dam!
'Waar?'
Voor we het wisten, was alles weer voorbij.
Al met al had het nog geen 10 seconden geduurd.
De eerste mensen begonnen hun picknickmanden weer in te pakken.
(foto's op flickr.com)