‘Maar ik heb niet meer’, zei het jongetje tegen de verkoper.
Hij had een portemonnee van Finding Nemo in zijn hand.
Op de toonbank lag een muntstuk van 2 euro, naast een zakje Maltesers.
Knisperende bolletjes van chocolade.
‘Dit kost 2,85’, zei de verkoper. De verkoper keek naar de rij die zich achter mij had gevormd.
Ochtendspits. Koffiebehoeftigen. Een trein die er zo zou aankomen.
Een klein jongetje dat de boel ophield.
Het jongetje bleef de man aankijken alsof hij het dan wel zou doen.
Hij was zwart en had een brilletje.
‘Sorry’, zei de verkoper.
Het jongetje ging op zijn tenen staan om de Maltesers van de toonbank te pakken.
‘Je kunt wel een lolly kopen’, probeerde de verkoper.
‘Dat mag niet van mijn moeder’, zei het jongetje.
‘Het is nog te vroeg daarvoor. Het moet ontbijt zijn, had ze gezegd.’
Geef een reactie