In de drukte van de avondspits wilde een Somalische vrouw met haar kinderwagen op Hoog Catharijne de roltrap af.
Ze twijfelde.
Kun je met een kinderwagen een roltrap af? Of stort de wagen dan, door het gewicht, de afgrond in? Zou ze de kracht hebben om de wagen in balans te houden en zelf staande te blijven?
Maar er was geen tijd om te twijfelen.
Achter haar dromden de mensen om het begin van de roltrap om de trein te halen die gereed stond.
“Sorry, sorry”, zei ze.
En ze wierp haar kinderwagen de roltrap op. Op goed geluk.
De angst zorgde ervoor dat ze haar ogen even sloot.
“Kan iemand in godsnaam even helpen!?!”, wilde ik roepen, maar de jongen, die voor haar op de roltrap stond, was me voor.
Hij pakte net op tijd het voorstuk van de kinderwagen en hield de wagen in balans.
De vrouw misstapte zich toen ze zelf op de roltrap ging staan.
Ze zocht haar evenwicht en keek achter zich, om aan de mensen achter haar haar verontschuldigingen aan te bieden.
Eenmaal beneden zette de jongen de wielen van de kar op de grond.
“Dank u wel, dank u wel, dank u wel”, zei de vrouw, terwijl ze haar hoofd dienstbaar naar voren boog.
Ze zette de kinderwagen snel opzij, zodat ze niet meer in de weg stond voor alle mensen die achter haar voor de trein begonnen te rennen.
Geef een reactie