* Onze gehuurde fietsen maakten het bezoek aan de Spaanse stad extra aangenaam. Valencia is zo plat als Nederland, dus fietsen kost geen enkele moeite. Hoewel: nog niet alle Spaanse automobilisten zijn even gewend aan rondcrossende Hollanders, die de stad op die manier onveilig maken. Er zijn fietspaden, die soms een raadselachtig patroon aanhouden – vaak maar aan 1 kant van de weg, en dan nog kijken tegemoetkomende fietsers je aan alsof je iets doet wat niet mag. Het mocht de pret niet drukken. Gewapend met onze tweewielers reden wij van Noord naar Zuid en van West naar het Strand. Tring tring!
* Valencia is, voor zover mijn kennis reikt, nog maar een paar jaar een zogezegd hippe bestemming. Naar mijn weten ging er vroeger geen directe vlucht heen. Nu vliegen budgetmaatschappijen af en aan. Door onder andere de zeilwedstrijd America’s Cup en de Formule1 naar Valencia te halen, heeft de stad in korte tijd meer publiciteit gekregen. Dat resulteert in een toeristvriendelijke stad met steeds meer bezienswaardigheden. Maar vergis je niet: op onze fietsen reden we eens te meer het toeristische pad af en zagen we wijken die op instorten stonden. Ook zag ik voor het eerst sinds lange tijd (als Amsterdamse, mind you) mensen heroïne gebruiken. Een leus op een muur bij het ultramoderne en prachtige architectonische hoogstandje La Cuidad de las Artes y las Ciencias verwoordde het als volgt (hoewel dat misschien meer over banken ging):
* Die Cuidad de las Artes y las Ciencias dus. Ontworpen door de bekende (ik kende hem overigens niet) Valenciaanse architect Calatrava. Het was fantastisch om er rond te lopen, het ene gebouw nog futuristischer dan het andere. Er zitten een IMAX, een planetarium, het grootste Europese aquariumpark, het wetenschapsmuseum en een botanische tuin. Als je van architectuur houdt, gaat erheen!
* Een paar kilometer van die Cuidad vind je de oude binnenstad. Deels opgeknapt, deels nog verkrot. Kleine straatjes, plotselinge pleintjes, cafés en terrassen. En natuurlijk een mooi plein met een enorme cathedraal, met een toren waar je op kunt om Valencia vanaf boven te kunnen bewonderen (check dat penthouse, daar heb ik mijn zinnen op gezet).
* En jawel, extra fijn, is er aan de Oostkust ook nog het strand met palmbomen. Met de fiets in een kwartiertje bereikbaar, met de metro zelfs nog sneller. Er is plek zat, ook in de zomer, want het strand is lang en breed. Nu was er bijna niemand, waardoor we werden lastig gevallen door een Spaanse bejaarde meneer die ons muy guapa vond. Dat compliment stak ik mooi in mijn spreekwoordelijke zak.
* Morgen wordt het weer vast minder mooi. Zeiden we. Dus die musea doen we als het bewolkt is. Er was geen wolk. Er was 24 graden, strakblauwe luchten en veel te lekkere tapas, paella en agua de Valencia. Kortom. We moeten zeker nog een keertje terug.