Er lag een hond op de weg.
Iedereen reed door.
Onze tuktuk-chauffeur minderde vaart.
Hij stapte uit, maande een tegemoetkomende brommer tot stilstand en knielde neer naast het beest.
De ogen waren open.
Voorzichtig legde hij zijn hand op de hals.
De tuktuk-chauffeur schudde kort zijn hoofd.
Hij nam het levenloze lijf in zijn armen en droeg hem naar de kant van de weg.
Hij sloot de ogen.
Er kwam een man aangerend die zich over het beest ontfermde.
“That was the owner of the dog”, zei onze tuktuk-chauffeur, toen hij weer plaats nam op zijn brommer. Hij waste zijn handen met water uit een flesje. “Very sad.”
We tuktukten stilletjes verder.
Over de rode aarde, langs de palmbomen, de groene velden en de houten huisjes.
Naar een afgelegen tempel in de buurt van Angkor Wat, waar ik stil werd van de schoonheid. Naar het landmijnenmuseum, waar ik stil werd van de ellende. Terug naar Siem Reap, waar ik stil werd van hoe fijn het was om in Cambodja te zijn.
We zijn nu een paar weken terug.
Ik moet steeds denken aan die hond.
En aan onze geweldige tuktuk-chauffeur.
Zoek je ooit een tuktuk-chauffeur in Siem Reap / Angkor Wat?
Kies dan Lucky Somnang.
Je gaat er geen seconde spijt van krijgen.
Geef een reactie