Tag: vrouw


  • Leuke rok, dacht ik.
    De vrouw stond even verderop voor het stoplicht.
    Een kleine, stevige Aziaat met een te grote fiets reed voor me, tussen de vrouw en mij in.

    De rok had stippen.
    Excellente keuze voor deze tijd van het jaar.
    Ik had het zelf niet beter kunnen doen.

    Een digitaal cijfer tussen rood en groen vertelde de haastige reiziger hoe lang hij nog moest wachten.

    4

    De Aziaat wist dat hij niet hoefde te remmen.
    Ik volgde hem in zijn kielzog.

    3

    Het was een geluksdag.
    Een stoplicht zien en niet hoeven remmen.

    2

    De kleine Aziaat deed er nog een schepje bovenop.
    Ik deed niet voor hem onder.

    1

    De vrouw met de gestipte rok sprong vanuit stilstand op haar zadel omdat het stoplicht nu op groen zou springen. De Aziaat en ik waren precies bij haar aanbeland. Betere timing bestond niet. Wij zouden een goed team vormen.

    Groen!

    De vrouw bedacht zich.
    Iets in haar hersenen besloot dat er een reden was om weer af te stappen.

    De kleine Aziaat knalde met een noodgang tegen haar achteropje. Omdat zijn fiets te groot was, viel hij om. Naar links, als een zijwaartse dominosteen. Precies op mij. Ik was net langszij gegaan. Zijn stuur ketste tegen het mijne.

    Godverdomme!
    Riep de kleine Aziaat met overtuigend stemgeluid.

    Was dit mijn schuld?
    Vroeg de vrouw.

    Leuke rok!
    Zei ik.

    De vrouw keek naar mijn rok en lachte.


  • Via AT5. Vrouw springt in water om hond te redden en komt vervolgens niet meer aan wal. Gefilmd door Nieuw Zeelandse filmmaakster (geen embedded link kunnen vinden, dus als je klikt op het plaatje ga je naar AT5):
    vrouw redt hond AT5


  • Ze zijn er elke ochtend dat ik naar mijn werk ga.

    De eerste staat in haar stadswachteruniform bij de lastige kruising. Ik weet niet hoe het imago van stadswachten in de rest van Nederland is, maar in Amsterdam doen mensen nogal laatdunkend over deze noeste (Melkert-)arbeiders. Onrechtgevoelig als ik ben, neem ik het altijd op voor de verkeersregelaars. Ze staan er maar en ze mogen eigenlijk niets (zoals je stevig bekeuren als je ze negeert – wat iedereen doet).

    Maar het blijkt lastig om het voor ze op te nemen. De meeste stadswachten vragen er toch een beetje om genegeerd te worden. Het zijn meestal zwijgzame, passieve mannen die de hoop op een beter bestaan op lijken te hebben gegeven. Heel zelden zie je een verkeersregelaar die echt invulling aan het beroep geeft, er iets van maakt, er zelfs een beetje de humor van inziet. 

    Een van hen is deze vrouw. Ik kom haar minstens drie keer per week tegen op een tijdstip dat de meeste mensen in staat zijn iemand te vermoorden. Zij tilt het beroep van verkeersregelaar eigenhandig naar een hoger niveau. Ze is van een leeftijd dat ze twee bijna volwassen kinderen thuis heeft. Aan haar uiterlijk te zien heeft het leven haar niet altijd goed bejegend. Ze is stoer en behoorlijk wat gewend.

    Daar kom ik aan op mijn fietsje. De bocht is lastig omdat je de auto’s niet kunt zien aankomen. Maar nu zijn ze er ook nog aan het werk. De vrouw moet ervoor zorgen dat de uitrijdende vrachtwagens, de auto’s van de ene kant en de fietsers van mijn kant elkaar niet raken bij het oversteken.

    “Heeeee dame op die vrolijke fiets, jij mag door, kom maar, kom maar, heel goed, rijden, eeeeen stoppen maar”, roept ze – dat laatste tegen de slome stroom fietsers achter me. Ik bedank haar altijd net zo vrolijk als ze mij toeroept. Vaak is ze de eerste vreemde persoon tegen wie ik iets zeg. “Hop, hop, hop”, hoor ik haar achter me tegen de stilstaande auto’s zeggen. Ze straalt energie uit, alsof ze zich oppept voor een belangrijke wedstrijd. Het kan ook zijn dat ze in elkaar stort als ze zich niet oppept. Ze dwingt respect af van ieder die de driesprong passeert. 

    Als ik het station binnenga, kom ik de volgende opvallende vrouw tegen. Ook zij heeft haar positie reeds ingenomen als ik eraan kom. Zij deelt de Spits uit. Waar haar collega’s, voornamelijk studenten die haar kinderen hadden kunnen zijn, lijdzaam en wat vermoeid met de bundel Spitsen in hun armen staan, in de hoop dat iemand er eentje aanneemt, prijst zij het gratis dagblad aan alsof de prachtigste pompoenen van de markt zijn. “Leeees de Spits, pak ‘m mee, het kost je niets!”.

    Je moet van goeden huize komen om haar te negeren. Ze geeft ook tips, waarvan ik me altijd afvraag of ze er zelf in gelooft: “Het is niet zoals de krant die je al bij je hebt. De Spits geeft aanvullende informatie! Neem hem anders mee voor thuis, na je werkdag, lekker nog even op de bank.” Er valt bijna geen stilte tussen de aanbevelingen.

    Ik zie beide vrouwen maar een paar seconden per dag. Ik ging ervan uit dat ze hun werk acht uur op dit niveau achter elkaar deden. Tot gisteren. Ik nam een andere trein, kwam de moeilijke bocht door en: geen verkeersregelaar. Even later, bij de ingang van het station: geen enthousiaste aanprijzende vrouw. Sindsdien denk ik dat ze het allebei voor mij doen. Een paar seconden per dag.


  • voor de bieb in amsterdam
    Op de trappen van de bieb in Amsterdam zat een vrouw in een boerka of een nikaab met haar mobieltje te spelen.


  • “Fioew”, zei de vrouw die zich, vlak voordat de deuren zich sloten, nog net in onze lift had weten binnen te dringen. Opgelucht zuchtte ze, net op tijd. Alsof het een trein was die maar eens op de dag zou langskomen. Er waren zes liften. De vrouw wist nog niet welk gevaar haar te wachten stond. Welk gevaar ons te wachten stond.

    Ze drukte op de knop voor de 2e verdieping.
    Verbijsterd keek ik naar deze beweging. Dat had ik net ook al gedaan bij de andere persoon die bij mij in de lift was komen staan. Een man, die naar de 3e moest. Ik vind: naar alles onder de 5 moet je de trap nemen.

    Hadden ze geweten welk gevaar ons stond te wachten, dan waren ze zeker met de trap gegaan.

    De deuren sloten zich.
    De lift ging naar boven.

    En toen, een harde knal, een heftige schok waardoor we ons staande moesten houden – en vervolgens niets.
    De lift stond verontrustend stil.

    Al mijn hele leven ben ik bang dat ik in een lift blijf vastzitten. Als klein meisje had ik een ijzersterke conditie omdat ik altijd de trap nam. Ook als er heel veel trappen waren. Mijn familieleden hadden ook een ijzersterke conditie, want in mijn eentje iets doen was nog wel haast enger dan een lift in gaan.

    “Ik vind dit helemaal niet leuk”, zei de mevrouw. Ik kon haar blik niet zien, want ze stond nog enigszins hoopvol met haar gezicht naar de uitgang. Aan haar stem hoorde ik de direct opgekomen angst.

    “Oh, deze lift doet wel vaker raar”, zei ik.

    Ik hoorde het mezelf zeggen.
    Het klonk vrij overtuigend, geruststellend.
    Nooit had ik een afwijking aan deze lift ervaren.
    Ik zei wat ik zelf het liefst zou willen horen.

    Normaliseren.

    Ik keek de man naast me even aan.
    Hij keek niet terug.
    Hij zag eruit als een baas die naast zijn functie nog vier commissariaten heeft waardoor hij nooit ergens echt hoeft te zijn.

    Na een paar seconden kwam de lift weer in beweging.
    Een moment lang leek alles zijn normale beloop te nemen.
    Daarna stond de lift weer stil.

    “Wat gebeurt er allemaal? Dit gaat niet goed, hoor”, zei de vrouw tegen de dichte deuren.
    “Het is niet erg”, zei ik. “Dit gebeurt wel vaker. Het gaat zo weer goed.”

    Koortsachtig zochten mijn ogen naar de noodprocedure.
    ‘Storing? Druk op de gele knop’, stond er.
    Ik zag geen gele knop.
    De man naast me leek dit op hetzelfde moment in te zien.
    Ineens kreeg zijn blik iets hulpeloos.
    “Het komt goed”, zei ik nogmaals.
    Ik voelde mijn hartslag stijgen.

    De lichten in de lift gingen uit.
    Niet het algemene licht, maar wel het licht op het knoppenbord.
    De rode lampjes van de nummers die we hadden ingedrukt, waren uitgegaan. Er stond ook niet meer op welke verdieping we ons bevonden. Ik vermoedde ergens tussen de 1e en de 2e.

    De lift leek zich te hebben gereset, want hij kwam weer in beweging. Zonder digitale aanwijziging naar welke verdieping we afreisden kostte het me even moeite om erachter te komen of we stegen of daalden.

    We gingen naar beneden.
    Omdat we nooit echt omhoog waren gekomen, waren we al snel op de plek van bestemming.
    Met een schok kwam de lift tot stilstand.
    “Ik stap er uit hoor”, zei de vrouw.

    Dat zouden we alle drie hebben gedaan, ware het niet dat de liftdeuren niet opengingen. 
    De man naast me drukte gewoon nogmaals op het knopje voor de 3e verdieping. Zijn beweging verraadde dat hij geen tijd had voor liften die een eigen wil hadden. Hij drukte geïrriteerd, alsof hij wilde zeggen dat het speelkwartier nu over was. Die verdomde kinderen ook.
     
    Voor de vorm drukte ik ook op mijn knop.
    En voor de vrouw drukte ik op de 2e.
    De vrouw sloeg een paar keer met haar vlakke hand op de deuren, maar de lift gaf geen reactie. Ze zette haar vingers tussen de deuren, maar ook dat had geen resultaat.
    “En nu?”, vroeg ze.

    Hoe druk je op een gele knop die er niet is?
    Zou een van ons bereik hebben in de lift?
    Zou ik dit twitteren?

    Voordat we een democratische beslissing hadden kunnen nemen, zette de lift zich weer in beweging.
    De rode lampjes van de knoppen die we hadden ingedrukt, sprongen weer aan.

    De lift passeerde de 2e verdieping.
    “Laat me eruit!”, zei de vrouw en ze sloeg weer tegen de deuren.
    Ik wilde zeggen dat ze beter niet kon slaan, omdat de lift daar misschien boos om zou worden.

    Op de 3e bleef de lift staan.
    De deuren gingen open.
    Snel sprongen we eruit.

    “Ik loop wel”, zei de vrouw.
    “Ik ook”, zei ik.
    “Ik ben precies waar ik wezen moet”, zei de man.

blogarchief

2023mei (2)
juni (1)
oktober (1)
2022mei (1)
december (1)
2021maart (1)
2020november (1)
2019januari (1)
augustus (1)
2018januari (1)
2017maart (1)
2016maart (1)
juli (1)
2015januari (4)
februari (2)
maart (1)
april (2)
mei (1)
oktober (1)
december (1)
2014februari (2)
maart (2)
april (2)
mei (2)
juni (3)
juli (5)
september (2)
oktober (1)
november (3)
2013januari (4)
februari (3)
maart (2)
april (1)
mei (2)
juni (2)
juli (4)
augustus (2)
september (3)
oktober (1)
november (1)
december (2)
2012januari (5)
februari (1)
maart (3)
april (3)
mei (3)
juni (6)
juli (4)
augustus (3)
september (3)
oktober (4)
november (4)
december (2)
2011januari (5)
februari (1)
maart (3)
april (4)
mei (5)
juni (8)
juli (5)
augustus (3)
september (2)
oktober (2)
november (2)
december (3)
2010januari (12)
februari (7)
maart (5)
april (5)
mei (14)
juni (7)
juli (5)
augustus (2)
september (4)
oktober (5)
november (2)
december (3)
2009januari (12)
februari (10)
maart (11)
april (9)
mei (6)
juni (6)
juli (6)
augustus (3)
september (6)
oktober (5)
november (6)
december (7)
2008januari (19)
februari (22)
maart (26)
april (15)
mei (17)
juni (23)
juli (14)
augustus (11)
september (7)
oktober (17)
november (14)
december (10)
2007januari (14)
februari (14)
maart (19)
april (20)
mei (16)
juni (17)
juli (17)
augustus (19)
september (15)
oktober (23)
november (15)
december (21)
2006januari (15)
februari (14)
maart (20)
april (18)
mei (22)
juni (29)
juli (24)
augustus (22)
september (20)
oktober (22)
november (24)
december (20)
2005januari (16)
februari (13)
maart (19)
april (21)
mei (16)
juni (24)
juli (25)
augustus (15)
september (19)
oktober (18)
november (20)
december (19)
2004januari (37)
februari (34)
maart (33)
april (30)
mei (39)
juni (32)
juli (20)
augustus (36)
september (31)
oktober (17)
november (21)
december (20)
2003januari (56)
februari (54)
maart (48)
april (41)
mei (46)
juni (48)
juli (40)
augustus (43)
september (37)
oktober (37)
november (14)
december (27)
2002januari (48)
februari (47)
maart (52)
april (39)
mei (50)
juni (38)
juli (31)
augustus (34)
september (39)
oktober (40)
november (54)
december (51)