De vrienden bij wie ik net op bezoek was en die ik heb verslagen met Catan, wonen naast een rijtje roodverlichte ramen. Ik blijf het fascinerend vinden hoe sommige mannen zonder enige gêne geïnteresseerd langs de schaarsgeklede dames lopen, anderen op een afstandje doen alsof ze ergens anders naar kijken en enkelen passeren met hun blik dan weer naar de grond, dan toch maar weer naar het raam gericht. Meestal heb ik er, behalve overpeinzingen over de bijkomstigheden van het beroep, helemaal geen last van.
Meestal, want op het moment dat ik vanavond met mijn fiets de stoep op kwam rijden (je zou er bijna een bekeuring voor krijgen), liep er juist een klant tevreden de deur uit. Hij pakte zijn fiets, die hij tegen het roodverlichte raam gezet had en zag dat zijn stuur verdraaid was. Hij wreef even over zijn kruis alsof hij naar buiten was gegaan voordat hij zijn goedje had kunnen hangen waar hij wilde, zette zijn wiel mannelijk tussen zijn benen en draaide het stuur recht, daarbij vol voldoening kijkend naar mij. Ik stond met mijn fiets in de hand, kon er niet langs, dus moest dit tafereel gedwongen gadeslaan, waarvan hij zichtbaar genoot. Vervolgens zat hij nogmaals opzichtelijk aan zijn kruis, waarbij ik vele associaties en vragen had die ik verder niet beantwoord wilde hebben. Hij gaf me een knipoog en een vette lach, stapte op zijn fiets en reed weg.
Mijn gedachten gaan uit naar de dame achter het raam.
Reacties
4 reacties op “Ranzig”
Catan als in ‘de Kolonisten van Catan’?
Ja, inderdaad, Mr Green! Er zijn ook wel mensen die het Siedler noemen, of Kolonisten van Catan, maar ik noem het altijd Catan. Gisteren speelden we de Stadte und Ritter variant.
Ik heb vorige keer met vrienden ‘ge-kolinist’. Dat was ook leuk.
je ben echt een stom iemand