Tussen het huisje en het strand zit een wijnboer die meegebrachte literflessen vult met overheerlijke wijn uit gigantische houten vaten.
Onze favoriet is de Rosé Cotes de Aix-en-Provence, die een van de duurderen is, en per liter slechts 12 francs kost. Op de markt halen we eerst Franse kaas van de boeren uit de bergen, tomaten die naar tomaten smaken, olijven in de meest interessante vormen en smaken en vele soorten fruit.
We gaan naar het strand, waar het ’s ochtends rustig, ’s middags wat drukker is. Daar lezen wij een boek, laten ons door de golven op onze rug wegdrijven, horen als we heel stil liggen het omwentelen van de stenen op de bodem, en verbranden ondanks factor 15 (dit alleen in mijn geval).

Maar wij liggen niet alleen op het strand. Soms maken wij de winkels onveilig en kopen belachelijk veel kleren in de aanwezige soldes.
Al drie musea bezocht: Matisse, het Musee d’Art Moderne et d’Art Contemporaine, en het Chagall Museum. Alle drie erg mooie gebouwen en mooi gelegen, en de kunst behapbaar qua hoeveelheid en interessant qua aanblik.

Ook naar de film geweest: A la Rencontre de Forrester (Finding Forrester, niet doen, niet doen! niet gaan zien!) en Miss Detective (Miss Congeniality, ook niet gaan doen als je er niet van houdt, maar zo in Nice met Franse ondertiteling en al wat wijn op was het best leuk).

Morgen gaan we weg uit Nice, richting Aups, ten noordwesten van hier, in de Provence. Kamperen. Mooie dingen zien.