« terug naar blog

Muzikale Talenten

De trein van Rotterdam naar Amsterdam wordt vooral ’s avonds bevolkt door bohémiens die hun autodidacte muzikale talenten met volle overgave aan de onschuldige reizigers willen laten horen.
Na een lange dag werken en de trein als rustpunt na de arbeid kan deze vorm van bedelarij een zeer vervelende uitwerking hebben op de eerdergenoemde reizigers, die door het gejammer van de slechtgewassen types danig uit hun humeur raken dat de geldvragers maar al te vaak linea recta naar hun pecunia kunnen fluiten.

Soms is de onruststoker een zwerver die net zoveel tanden mist als snaren op zijn gitaar, soms is het een vrouwtje met een zigeunerrok en een blokfluit, soms een groep mannen met zuidelijke huidskleur en een wisselende bezetting – ik heb ze allemaal al vaker voorbij zien komen. Niemand is er blij mee. Het enige leuke aan ze is de twijfel die ze oproepen bij de reizigers: moet ik nu geld geven zodat ze doorlopen, of moet ik mijn irritatie laten blijken door geen cent te geven?

Morgen is de laatste dag van mijn leven in Rotterdam. Vandaag heb ik voor een klein gedeelte al afscheid genomen. In de trein terug hoorde ik na het vertrek op het benedendek ineens muziek. De muziek kwam dichterbij en was weldra naast mijn vierzit te vinden in de vorm van een accordeon, een gitaar en een trompet, welke werden bespeeld door drie lachende mannetjes. Ze keken me aan, speelden hun deuntje als altijd, en haalden al snel hun geldzakje tevoorschijn. Het tafereel dat ik zo vaak al had vervloekt aanschouwend, kreeg de nostalgie ineens de overhand en doneerde ik een rijksdaalder in plaats van de gulden die naast de riks in het kleingeldzakje van mijn portemonnee zat. Ik lachte ze toe, ze lachten terug, ze gaven een knipoog, en vervolgden blij hun weg.

Met een glimlach rond mijn mond nam ik een hap van mijn zojuist gekochte broodje. In de stilstaande trein naast mij zat een machinist hevig te kauwen. Onze blikken kruisten elkaar terwijl onze kaken vol inspanning bezig waren de materie fijn te krijgen. Ik proostte met mijn cola. Hij proostte luid glimlachend terug met zijn melk. Het was een fijn gevoel, zo samen kauwend in de trein.


Reacties

2 reacties op “Muzikale Talenten”

  1. Ik wist niet dat ’t een normaal verschijnsel was toen ik uit Antwerpen kwam. Ik heb ze niks kunnen geven, de 3 mannetjes in wisselende bezetting, want had alle muntjes ivm euro al uitgegeven.

  2. Na onze korte ontmoetingen in een veel te trendy kroeg waarvan ik de naam gelukkig vergeten ben en vervolgens in de Witte Aap kon ik het niet laten even te kijken op je website. Je durft, moet ik zeggen, om je zo bloot te geven ten overstaan van zo goed als heel de wereld…
    Je prikkelt ook, met name je ietwat neerbuigende commentaar over muzikanten in de trein. Als artiest die zijn wortels op de straat heeft liggen, heb ik zelf altijd een zwak voor wat jij bohemiens noemt. Er zijn er zat die de grens tussen bedelen en optreden wel heel vaag maken, maar zo heb je overal het kaf onder het koren, nietwaar?
    Bijna had je me boos gemaakt, totdat ik zag dat ook jij niet uit verdord principe de beurs gesloten houdt voor de mensen die je ongevraagd een glimlach op de lippen brengen. Toch zijn wellicht ook zij ooit slechter geweest in hun vak…
    Vergeef het de slechte straatartiest, hij moet wellicht gewoon nog veel leren. En weet dat jouw ongemakt slechts je knagende schuldgevoel is. Ten onrechte, want niemand is verplicht te geven en wie niets verdiend, hoeft niets te krijgen. Medelijden is het ultieme neerkijken op…

    David (Pyromancer)