In de verte zag ik een blauwe Golf.
Een blauwe Golf met op het dak reclame voor de rijschool waar ik een aantal jaar geleden had gelest. Een klein rijschooltje, dus de kans was groot dat mijn ex-rijleraar in die auto zat. Leuk.
Ik gaf gas en trok op. Mijn fiets werd een McLaren Formule 1 auto. Het doel: op gelijke hoogte met de lesauto komen. Ik schoot er als een speer vandoor. Ik ontweek al het tegenliggend verkeer door snoeihard rechtdoor te gaan en me niets van ze aan te trekken.
De lesauto moest stilstaan voor het stoplicht verderop. Ik zette nog wat extra kracht bij. De laatste brug was een zware, maar moest te doen zijn. Ik moedigde de ketting aan erop te blijven. Tien slagen verder stond ik naast de Golf voor het stoplicht. Ik keek naar links. Daar zat inderdaad mijn rijlesleraar.
Ik klopte, nazwetend en uitpuffend, nonchalant op het raampje, terwijl ik mij in evenwicht hield met een hand op het autodak.
Hij draaide het raampje enthousiast naar beneden. ‘Hé! Merel! Op de fiets?’, riep hij. Het jongetje naast hem hield zenuwachtig het stoplicht in de gaten.
‘Waarom ben je niet met de auto?’, grapte mijn leraar. ‘Heb ik je dan voor niets geleerd hoe je zo’n ding moet besturen?’. Ik wees hem op de afstand die ik net in no time had afgelegd terwijl hij voor het stoplicht stond te wachten. Een fietser in Amsterdam is niet zelden sneller dan een auto. Bovendien was het lekker weer. En heb ik geen auto.
Toen sprong het stoplicht op groen. In de gedachte dat we samen op zouden rijden, fietste ik door.
Maar de auto naast me sloeg af.
Toen ik omkeek zag ik nog net de wanhopige blik van het jongetje, de zwaaiende hand van mijn leraar uit het raampje, en hoorde ik de mensen achter hen zuchten.
Reacties
12 reacties op “Op de fiets (47)”
Autorijden is ook duur en vervuilend, en wegdichtslibbend!
Maar wel heel leuk!
Er gaat niets boven een ouwe fiets 😉
Auto’s zijn eigenlijk erg onhandig: duur, moet benzine + olie in, gaan heel erg snel kapot, je moet er zuinig op zijn, ze zijn gevaarlijk, veel te groot in de stad, verpesten het milieu… je hebt een grote brede weg nodig.. enz. enz…
Ging dat goed, kloppen en evenwicht houden tegelijk?
Zeker onhandig als de motor afslaat en de auto rechtdoor gaat
McLaren? Je hebt smaak Merel, ik kan niet anders zeggen.
Kom ook altijd m’n oude rij instructeur tegen als ik op de fiets zit. Maar als ik in onze grote dikke Mazda naast hem sta, ziet-ie me nooit 🙁
Een meisje dat heel hard gaat fietsen om haar ex-rijinstructeur nog even terug te zien … dat klinkt als het begin van een ranzige jaren ’70 pornofilm.
Jakkiebah,
Mmmm…. Motor!
De behendigheid van de fiets met de snelheid van de auto. En zeker met dit weer!
Maar ja, je bènt natuurlijk wat kwetsbaar.
😉
Deed je ook zo van: vroemm vroemm..?
Het verhaal was zo spannend gebracht dat ik het wel af moest lezen. Je bent wel een heel goede verteller! Groetjes Lisa
Weer een parel van een stukje, Merel! Werkelijk schitterend, ontroerend proza!
Wanneer komt je boek uit, Connie Palmen heeft het nakijken, wat ik je brom!