Ik had een afspraak met een Mevrouw met Nette Kleren. Die heb je. Het zijn mensen die hun blouses strijken, die mantelpakjes hebben in verschillende kleuren en klikkende hakjes. Die mensen hebben een Chique Functie. Zij moeten er Representatief uit zien. Voor hun Werk. Ik heb alleen maar collega’s die overdag dezelfde kleren dragen als ’s avonds. Net zoals ik.
Ik bedacht me veel te laat dat ik er ook Representatief uit moest zien omdat de Mevrouw met Nette Kleren mij anders misschien niet serieus genoeg zou nemen. Ik bekeek tien minuten voor vertrek mijn klerenkast en bedacht me dat ik niet zo ruim voorzien ben in chique dameskleding. Paniek maakte zich van mij meester. Maar te laat komen en de Mevrouw met Nette Kleren laten wachten leek mij een grotere zonde dan Iets Minder Nette Kleren. Dus schoot ik in mijn minst verschoten broek (Closed), haalde ik mijn hakken uit vroeger tijden uit de kast (Fred de la Bretoniere) en vond ik mijn soort van chique lange mouwen doorkijkding (Mexx) met een hemdje eronder (Hema).
Jammergenoeg had ik geen stinkdure auto die bij mijn outfit paste, want per telefoon had men mij laten weten dat ik mijn auto prima kon parkeren in de priv?garage van het bedrijf. Euhm, sprak ik, neu, niet nodig, ik kom op euhm, mijn fiets. De telefoniste was professioneel genoeg om mij zonder d?dain te vertellen dat er ook een fietsenstalling was, buiten.
Ik fietste over de Apollolaan, ??n van de duurdere, dan wel niet de duurste straat van Amsterdam. Grote villa’s met opritten vol Porsches die elkaar verdrongen. Prachtige huizen, maar, bedacht ik mij, daar wonen vast alleen maar mensen die zelfs thuis constant Representatief moeten zijn. Die ’s avonds televisie kijken terwijl zij rechtop moeten blijven zitten in hun mantelpakje omdat het anders kreukt.
Het bedrijf was gevestigd in een enorm pand. Voor de deur stonden vier losse, lage paperclips om fietsen in te stallen. Ik zette mijn fiets op slot, streek mijn broek glad, kamde mijn haar met mijn handen, ging met mijn tong langs mijn boventanden, veegde het stof van mijn linkerhak (oeps) en klikte mijn hielen twee keer tegen elkaar alvorens het majestueuze pand te betreden.
De weg naar de ontvangstbalie was lang, maar alsof ik nooit anders had gedaan klikte ik mijn hakken elegant en bijzonder deftig over de stenen vloer. De mensen aan de kant keken vol ontzag. Ik kon plaatsnemen in een fauteuil maar gaf de voorkeur aan staan, en even later kwam de Mevrouw met Nette Kleren met een uitgestoken hand op mij af.
‘Hoi, ik ben Marieke’, zei ze.
Ergens had ik het fout gedaan. Ze sprak me vanaf het eerste moment aan met je, zonder te vragen of het mocht.
Geef een reactie