De afspraak op het Rembrandtplein duurde tot 21 uur, dus daarna konden we nog wat van de voetbalwedstrijd zien. We gingen op zoek naar een kroeg waar de wedstrijd op groot scherm te zien zou zien. De Ierse pub, schatte ik.
In de Ierse pub hing inderdaad een groot scherm, maar daarop was de wedstrijd tussen Engeland en Liechtenstein te zien. Bizar. Vriendin S. wees op de hoek. Daar hing een kleine televisie waarop Tsjechie tegen Nederland speelde. 2-0, stond er in de linkerbovenhoek. Fok.
Het beeld was klein en het geluid stond uit vanwege de andere wedstrijd, dus gingen we op zoek naar een andere kroeg. We hadden de keuze tussen Coco’s en de Heeren van Aemstel. Coco’s, grinnikten wij, daar ging je vroeger naar toe om voor het eerst veel te drinken en dan iemand te versieren. Tenminste, zo hadden we gehoord, want we kwamen erachter dat we er eigenlijk nooit geweest waren.
Het scherm was klein en de mensen niet uitnodigend. Dan toch maar naar de Heeren van Aemstel. Harhar, ballen alert. We wrongen ons tussen de dertigers in pak door, harhar, stalen twee barkrukken en zaten even later op een riante plek. Niet veel later scoorde held Rafael vd Vaart. Ik brulde. Woooehaaa! Raffel!
Niemand deed mee.
De ballen hadden hun gesprek niet onderbroken en de toeschouwers van de wedstrijd waren nauwelijks enthousiast. Voetbal kijken zonder enthousiasme is heel anders dan voetbal kijken met gelijkgestemden. Ik kroop terug op mijn kruk. De wedstrijd werd uitgespeeld met een mat publiek. Totdat vd Sar mee naar voren ging en de bal na een counter in zijn doel belandde. Een aantal vuisten ging de lucht in. Er werd door de aanwezigen gejoeld. Een man achter mij riep: “Ha, so far for the Dutch!”
Wacht even. Ik had de wedstrijd samen met de tegenpartij gekeken. Grom. Voetbal is niet meer wat het geweest is, peinsde ik, terwijl het jazzcombo het podium betrad en begon te friebelen.
Geef een reactie