Tot ik de Euromast in Rotterdam beklom, zo’n 3 jaar geleden, had ik nergens last van. Maar toen ik op het middelste stuk van de mast stond en naar beneden keek, sloeg het ineens genadeloos toe. Ik plakte mezelf aan de muur vast, durfde alleen nog maar vooruit te kijken, moest me vasthouden aan dingen en mijn hart maakte een ongezond aantal slagen per minuut. Hoogtevrees. Ik kon me niet meer bewegen. Uiteindelijk schoof ik langs de binnenste muren van het gevaarte langzaam naar de trappen die mij naar de lift zouden leiden.
Vervolgens was ik de jaren erna bevangen door hoogtevrees. Bij een vriendin in hoogbouw op bezoek kon ik het eerste half uur slechts op de bank blijven zitten die het verste van de afgrond verwijderd was. Hoge gebouwen vermeed ik. Maar zelfs in het Concertgebouw had ik er last van op het balkon. Als je het eenmaal hebt geproefd, krijg je het nooit meer weg. Dacht ik.
Parijs kent mooie uitzichten over de stad en mijn lief vond dat het tijd werd om mijn hoogtevrees in zijn rug aan te vallen. Het zou therapeutisch werken, zei hij, om dan ook maar meteen als eerste het topje van de Eiffeltoren op te gaan. Waaah! Waaah!, gierde het door mijn lichaam, maar ergens vond ik het ook wel goed. Dat ik er van af zou storten was niet mijn grootste angst, of dat de toren zelf zou omvallen ook niet, want realistisch en nuchter blijf ik wel. Dus het hing alleen van mij af en dat moest ik maar proberen.
Vreselijk genoeg moesten we uren wachten dus kon ik elke minuut mijn hartslag omhoog voelen gaan. Toen het uiteindelijk zo ver was, werden we met z’n allen in een lift gepropt. Op de eerste verdieping aangekomen weigerden de deuren open te gaan. De Franse liftjongen sprak geen Engels maar weigerde de Amerikanen ook in het Frans antwoord te geven, dus pas toen de lift doorging, bleek dat we op de terugweg op de eerste verdieping zouden komen. Toen was er al lichte paniek ontstaan. Mijn eerste noodzaak was dus om de lift uit te gaan. Op de tweede verdieping moest dat en werden we gesommeerd de lift te verlaten. De redding om de lift uit te zijn werd al snel teniet gedaan door de hoogte waarop we zaten. Wiep! Help!
Mijn maag draaide zich om. Ik pakte een stuk staal vast, durfde niet los te laten. Waggelde op mijn benen. Stond verstijfd, terwijl lief vrolijk zijn fotocamera pakte om een foto te maken. Stukje bij beetje schuifelde ik van de middelste rand richting de buitenste rand, zonder iets los te laten. Met beide handen hield ik me stevig vast. Ik keek naar beneden. Kleine poppetjes en speelgoedautootjes. Pap in mijn benen. Hartkloppingen. Acute dorst.
Na een aantal minuten stoktstijf staan was ik redelijk gewend en liet ik een hand los, de andere nog stevig vastgeklemd. We moesten in de rij voor de lift voor de bovenste verdieping. De rij liep rondom, precies langs het randje. Ik schuifelde naar het randje. Eigenlijk was het hier best mooi, zo’n uitzicht over de kronkelende Seine, over de bogen en schoorstenen van deze mooie stad. Ik liet los. En langzaamaan voelde ik mijn lichaam ontspannen. Er viel een last van me af. Mijn schouders zakten. Even later zag ik mijzelf zelfs een foto nemen van het uitzicht. Daarna hing ik over het randje, om meer te zien. Na een half uur wachten in de rij deed het hele hoogteverschil me niets meer. Alsof ik op de grond stond!
Een dag later waren we bij de Grande Arche in La D?fense. Kan je ook op. Uitzicht kijken. Waarom niet? Zonder blikken of blozen stapte ik in de lift. Pas toen we bijna boven waren en ik naar buiten keek, gooide mijn maag zich in mijn keel. Maar toen waren we er al. Eitje! En bovenop was het uitzicht geweldig.
Net heb ik even opgezocht. De lift van de Grande Arche ligt precies op dezelfde hoogte als de lift in de Euromast: 100 meter. Ha!

Geef een reactie