Wat een regen. Onophoudelijk. Ik trok de capuchon van mijn jas zo ver mogelijk over mijn hoofd en begon gelaten aan de rit van het station naar huis. Nog een keer natregenen kon er vandaag wel bij.
Voor mij fietste een postbode. De TPG Post geeft zijn medewerkers goede werkkleding. Van top tot teen, inclusief zijn schoenen, was deze postbode gehuld in rode regenkleding. Deze jongen werd niet nat, op een klein stukje gezicht na misschien. We moesten de brug op.
Op dat moment vloog de flap van de fietstas van de postbode open. De wind blies de flap over de andere kant van de fietstas heen. De rechtertas stond nu open. De post erin werd ogenblikkelijk bespetterd. Shit. Natte post. Niet fijn.
We waren in de buurt van mijn huis en de kans was groot dat dat mijn post was. Ik zag daar al een leuke, kleurige enveloppe die ik best wilde ontvangen. De enveloppe raakte steeds doorweekter. Hier moest iets gebeuren! De postbode had het geheel niet in de gaten!
Ik bedacht een actieplan. Ik zou langszij fietsen en in ??n soepele handbeweging de flap een ferme tik verkopen zodat hij op de juiste plek zou landen. De postbode zou er niet eens iets van hoeven te merken. Ik bedoel, wie ben ik, om mij met zijn werk te bemoeien?
Ik fietste langszij. Ik moest nog best dichtbij fietsen om in de buurt te kunnen komen van de flap. Intussen raakte ik zelf doorweekt van het regenoffensief. Ik strekte mijn hand uit naar de flap en probeerde hem aan te tikken. Tevergeefs. Wel raakte ik bij deze beweging de arm van de postbode. Hij keek even om, maar keek vooral in zijn eigen capuchon. Fioew. Ik riep voor de zekerheid: “Sorry, ik probeer je flap even om te flappen, hij ligt eraf!”
De postbode gaf geen reactie. Dus ik probeerde het nogmaals. De post was al bijna niet meer te redden, maar ik had mij nu een doel gesteld. Ik geloof dat ik een postzegel weg zag drijven.
Ik kwam langszij, gevaarlijk dicht in de buurt van de postbode, en ik gaf de flap een ferme tik.
De flap kwam over de post terecht. De post was veilig! Het was gelukt!
Met een heldhaftige blik in mijn ogen reed ik een stukje voorbij de postbode. Ik zei hem trots dat ik de flap over de post had heengegooid.
“Oh”, zei de postbode chagrijnig, “daar is geen beginnen aan”.
En op dat moment flapte de flap weer terug. Over de verkeerde kant van de fietstas.
Geef een reactie