Ooit zat ik in een bandje dat geen naam mocht hebben en daarom had het er ook geen. We repeteerden zoals alle Amsterdamse bandjes in het Repetitiehuis of in AMP. Dat was ver fietsen, en bovendien moest je door volstrekt verlaten gebied. Soms kon ??n van de bandleden een auto van zijn ouders lenen, ik had toen nog geen rijbewijs, en dat was fijn, want in het donker fietsen op de Oostelijke Handelskade was eigenlijk niet zo heel prettig. Er stond bijna geen bebouwing, op wat leegstaande of gekraakte pakhuizen na. Er waren nauwelijks stoplichten, dus je moest je fiets op goed geluk tussen de langsrazende auto’s gooien om de overkant te bereiken. En het waaide altijd hard.
Gisteren fietste ik diezelfde weg. De pakhuizen zijn opgeknapt en bijna allemaal in gebruik genomen. Op de kade staan grote borden met futuristische architectonische plannen. Het fietspad is verlicht door lantaarns en stoplichten, er fietsten ook andere mensen, het IJ lag er prachtig bij en ineens werd deze plek romantisch in plaats van unheimisch. Ik had de wind mee, dat was fijn, en ik dacht aan vroeger, zo’n tien jaar geleden. Er was hier niets, maar in mijn hoofd zaten plannen die deze architectuur misschien nog wel overstegen.
Ik sloeg af, het Javaeiland op via de nieuwe Jan Schaeferbrug. Verbinding tussen oud en nieuw. Voor me prachtig uitzicht over KNSM en IJ. Achter me de oude stad. Een fantastisch nieuw stuk Amsterdam.
Even later stond ik op de bovenste verdieping van het nieuwe huis van S. en M. Daar heeft de architect speciaal een uitsparing gemaakt voor mensen die van het uitzicht willen genieten. Ik zag in ??n oogopslag de ArenA, mijn eigen Rembrandttoren, het Czaar Peterhuis en het Rijksmuseum. En hoewel dat laatste waarschijnlijk helemaal niet kan, voelde het wel bijzonder majestueus.
Geef een reactie