In Amsterdam vermijd ik het openbaar vervoer zoveel ik kan. Maar gisteren was het weer zo slecht dat ik mijn fiets voor het eerst sinds jaren links liet liggen. Want ik moest ver. Boel ver. Voor een verwende Amsterdammer als ik, dan.
Ik moest naar Osdorp. En ik weet niet eens of het wel Osdorp heet, zo erg ben ik. Het was voorbij de ring en dan langs de Sloterplas, dus misschien was het wel Sloten. Of Meer en Vaart.
De tram. Ooit moest je in de Amsterdamse tram achterin instappen, maar toen ik dat gisteren wilde doen, deed ik het helemaal verkeerd. De eennaachterste deur is het nu – de conducteur zit in een stalen fort in het midden. Er waren meer verrassingen. Eindelijk snapte ik de verhalen over de ‘schermen in de tram’, die ik voor het eerst op Walter’s site tegenkwam. Op die schermen wordt het nieuws weergegeven, maar er is blijkbaar geen geld om het nieuws bij te houden. Gisteren las ik over carnaval en volgens het weerbericht vroor het de hele week.
De stoeltjes staan om en om naar voren en naar achteren gericht. Niet fijn. Met mijn blik tegen de rijrichting in zitten was niet cool. Het meisje tegenover mij ook niet. Ze was een jaar of 16 en had een vlecht. Een zijvlecht. Al het haar was van de ene kant naar de andere kant gedwongen, waarna er een vlecht van gemaakt was. Het haar dat niet had willen meewerken was met veel lak in dezelfde richting gespoten. Ze rookte. De conducteur vroeg haar dat niet te doen. Toen hij even niet keek, drukte zij haar sigaret uit in de bekleding van het bankje. Haar vriendin vond dat vet genoeg om er onophoudelijk over te giechelen. Ik gaf ze mijn allerbooste en dreigendste en afkeurendste blik maar ze waren gans en geheel niet onder de indruk van mij.
Maar desondanks was het eigenlijk best leuk, met die tram. Hij kwam op tijd, de aansluiting was perfect, het was binnen warm en droog en ik denk zelfs dat ik er sneller was dan met de fiets.
En ik heb heel veel vreemde mensen gezien, in de tram, en vreemde mensen kijken is altijd leuk.
Geef een reactie