Ik heb een gat in de markt aan u aan te bieden. Ik vertel het idee – u voert het uit, ik krijg de eerste gratis, u wordt bijzonder rijk.
Deal?
Nu het mooi weer begint te worden, is mijn balkon een welkome buitenplek. Ik ben niet echt een balkon diehard, na een tijdje heb ik het er wel gezien en zweet ik me kapot en heb ik behoefte aan beweging. Maar de balkondeuren open, krantje lezen, weer even naar binnen, weer even naar buiten, heerlijk.
Maar dit jaar kan dat niet zomaar weer. Er zijn twee poezenbeesten van 8 maanden oud die het balkon waanzinnig interessant vinden. Dus liet ik ze afgelopen zaterdag hun eerste stappen zetten.
Angstaanjagend.
Eerst staken ze hun hoofdjes door de spijlen en keken met bewonderende ogen naar beneden. Drie hoog. Soms ging er een pootje mee bij het kijken omdat ze een andere kat zagen, ver beneden, of een vogel, vliegend en krijsend op een paar meter afstand. Ze sprongen er nog net niet achteraan.
Ze onderzochten elk hoekje van het balkon, lagen lang uitgestrekt in de zon en kwamen op schoot (op de krant).
Niets aan de hand dus. Maar ik zag Ronja al kijken naar boven. Of ze op het randje van het balkon zou springen. Het randje van het balkonhek is zo’n acht centimeter breed en niet recht. Als ze misspringt, of te wild springt, dan is het, vrees ik, einde verhaal. Dodelijk eng dus.
Nu is dit een veelvoorkomend probleem bij stadmensen met katten.
Daar moet toch iets op kunnen worden bedacht?
Een vangnet, een vangbak, een plank, een gaas?
Voor zover ik weet, heeft nog niemand hier iets structureels op bedacht.
Een gat in de markt.
Toch?
Geef een reactie