Aangezien het dit jaar 60 jaar geleden is dat de geallieerden Europa bevrijdden en daarmee een begin maakten aan het einde van de oorlog, was Normandie in een roes van overwinning gedompeld. De nog in leven zijnde geallieerden werden 6 juni jongstleden uitgenodigd om de plek waar zij aan land kwamen nog eens te bezoeken, nu in rustiger vaarwater en zonder vijanden. De kustplaatsjes hadden de relikwie?n van die dag nog volop hangen (klik hier voor foto).
Het was mooi en gek om er rond te lopen. Natuurlijk ben ik opgegroeid met de oorlog, ook al werd ik 30 jaar na het einde ervan geboren. De oorlog kwam onaflatend terug in literatuur, in films, in de media, in persoonlijke verhalen van oudere mensen en in spreekbeurten van klasgenoten. 60 jaar is lang niet genoeg om te vergeten.
En nu stond ik op de plek waar zovelen zich zo onzelfzuchtig op de kust hadden gestort om mijn familie te bevrijden.
We bezochten twee begraafplaatsen: die in Rye (Gemenebest en Duitse slachtoffers) en die in Colleville sur Mer (VS).
De begraafplaats in Rye bezochten we ’s avonds om een uur of acht. De zon scheen en maakte lange avondschaduwen op de graanvelden in de omgeving. We hadden moeite om de plek te vinden – hij stond nauwelijks aangegeven op de borden langs de weg. We vonden de bescheiden begraafplaats tussen bomen en velden met klaprozen in. Het was stil. In de verste verte was geen auto te horen. We waren helemaal alleen.
De grafstenen waren ieder gelijk maar de nabestaanden van de slachtoffers mochten destijds de teksten voor de stenen aanleveren. Ondanks de uniformiteit werden de stenen daardoor toch persoonlijk. Waarheden in prachtig Engels met schrijnende leeftijden eronder. Veel niet ouder dan 20 jaar. Bijna iedereen jonger dan ik. Alleen de Duitsers soms anoniem.
Over de weg kwam een oude fietser langs die ons zwijgend toeknikte. We bleven stil van ontroering nog een tijdje op de begraafplaats achter.
De dag erna bezochten we de begraafplaats in Colleville sur Mer, bekend uit – jawel – Saving Private Ryan. Al vanaf onze camping, zo’n 20 kilometer verderop in Bayeux, stond de begraafplaats aangegeven met een herkenbaar icoon. Eenmaal aangekomen zagen we tientallen touringcars en honderden auto’s op de parkeerplaatsen staan. De parkeerplaats van de begraafplaats van de dag ervoor bood plaats aan twee auto’s. Meteen werd ik allergisch voor de buitenproportionele aanpak van de Amerikanen.
Maar het park was prachtig. Veel groene velden met hoge bomen en mooi geplaveide paden. In immense marmeren zuilen werden de aanvalsroutes verbeeld (klik hier voor foto). Een werkelijk verschrikkelijk beeld in het midden moest de kracht van de mens en de overwinning uitbeelden (denk ik). We liepen langs de bekende witte kruizen, grote groepen Amerikanen in korte broek vermijdend. Indrukwekkende symmetrie. Ik bedankte in stilte alle gevallen en nietgevallen Amerikanen van toen en overdacht mijn huidige Amerika allergie.
Bij Pointe du Hoc was duidelijk nog te zien hoe er gevochten is. Ingestorte bunkers, enorme gaten in de grond. Nu speelden er kinderen door hard door de bomgaten te rennen, door zich te verstoppen in de bunkers en door geheimen gangen te ontdekken.
De enorm steile rotswanden en de bruisende zee in de diepte maakten het respect voor de bevrijders alleen maar groter.
Geef een reactie