Het was teveel. Mijn hoofd moest leeg. Ik bukte, hield mijn hoofd schuin en keek of de inhoud via mijn oor naar buiten zou sijpelen.
Er gebeurde niets. Ik voelde een lichte hoofdpijn opkomen en ging weer staan.
Buiten waaide het hard. Misschien zou de storm mijn hersenkamers schoon kunnen zwiepen.
Ik liep naar het park. Onderweg zocht ik dingen om tegen aan te schoppen. Ik vond niets dat lekker voelde. De herfstbladeren boden te weinig tegenwicht.
De wind waaide wel, maar om mijn hoofd heen. Hij weigerde naar binnen te komen en mijn kop uit te mesten. Ik schudde mijn hoofd als een hond die uit het water komt.
Er gebeurde niets. Ik deed mijn mond open om de wind directe toegang tot mijn binnenste te verschaffen. Zonder resultaat.
Ik dacht 6547 dingen per minuut.
Mijn hoofd bleef vol.
Geef een reactie