Ik kijk heel eventjes, dacht ik nog.
Ik viel binnen bij Trijntje Oosterhuis die Kleine Jongen zong.
Wat een stem heeft zij toch. Wat een mooi nummer eigenlijk. Wat een sfeer in het stadion. Wat fijn dat alles goed en broederlijk was verlopen.
Bij de laatste uithaal van Trijntje Oosterhuis viel de eerste traan op mijn T-shirt.
Hoewel ik een heel andere televisieavond in mijn hoofd had gehad, verliet ik Nederland 2 niet meer.
Ik had burgemeester Job Cohen helaas gemist. Wel hoorde ik het applaus toen de presentator zei dat hij tussen de Amsterdammers was gaan zitten op de tribune.
Paul de Leeuw, wow. Frits Barend, ook een mooie toespraak. Zelfs toen mij geheel onbekende artiesten optraden, bleef ik kijken.
En huilen.
Allemachtig, wat heb ik een potje zitten janken op de bank.
Dat kwam niet alleen door de liedjes, maar ook door de mooi geschoten camerabeelden van het publiek.
Stoere mannen met tranen in hun ogen. Jochies die uit volle borst meezongen. Mensen die elkaar omhelsden.
De hele ereronde met de kist heb ik gekeken.
Ik heb gezien hoe de familie het stadion uitreed en hoe de volgauto’s onder begeleiding van politie de snelweg opdraaiden.
Intussen waren mijn ogen rood en mijn lippen schraal.
Ongelooflijk. Collectief rouwen.
Goed zo.
Geef een reactie