“Nou als ik dus dood ga”, zei mijn vader. Mijn broer frommelde wat in zijn broekzak.
Mijn vader laste in zijn zin een korte pauze in om onze reactie op deze dramatische zin, die uit het niets was gekomen, te peilen.
Mijn vader wordt wel wat ouder, maar kan zo hopelijk nog decennia mee.
Hij had er zichtbaar plezier in.
Mijn broer vond zijn sleutelbos.
“Dan krijgen jullie te maken met”, zei mijn vader. De sleutelbos van mijn broer maakte lawaai omdat hij met het ringetje rondjes draaide.
Ik verstond het woord successierechten.
Er volgde ergens ook een vraagteken.
“Sgoed”, zei mijn broer. “Zullen we nu gaan?”
Geef een reactie