"Geweldig! Het staat je geweldig!", riep de zeer enthousiaste styliste. Ik had mijzelf net in een jurk weten te wurmen die aan mijn lichaam kleefde als een schubbig zeemeerminnenpak. En ik zeg wel ‘weten te wurmen’ maar in de werkelijkheid was het niet helemaal gelukt – de rits ging van achteren niet dicht.
"Dat maakt niet uit, dat zie je toch niet op de foto!", riep de styliste blij. "Deze jurk doet écht wat voor je!"
Die uitspraak zou ik onthouden voor als ik met vriendinnen in een kledingwinkel zou staan. Omdat de sfeer in de fotostudio zo goed was, besloot ik mij neer te leggen bij haar professionele oordeel.
Ik bevond me in de studio omdat ik samen met twee andere schrijfsters op de foto voor een glossy mocht. Een glossy! De visagiste (dat is iemand anders dan de styliste) zei ook al: "Schrijvers mogen tegenwoordig duidelijk ook in de spotlight, vroeger was dat niet zo." Zij zag dat als iets positiefs, maar ik was er nog niet zo zeker van.
Een van de andere twee schrijfsters had duidelijk wel eerder met dit bijltje gehakt. Zij stond in al haar modelheid naast mij te stralen en mooi en lang en onweerstaanbaar te wezen. Ze gaf mij aardig bedoelde tips over wat ik niet moest doen, waardoor ik me alleen maar een nog grotere amateur voelde.
Halverwege de fotoshoot wilde ik even mijn hooggehakte schoenen uitdoen omdat ik pijn had. Mijn collega-schrijfster c.q. model liep op hakken die nog veel hoger waren dan de mijne (allebei ontzettend design en wanna-have) en dartelde rond alsof ze comfortabele sportschoenen aan had. Intussen durfde ik niet te gaan zitten omdat ik bang was dat ik uit mijn peperdure jurk zou scheuren. Dat was een realistische angst.
Even later bekeken we de foto’s op de computer. Je zag er inderdaad niets van, dat mijn jurk van achteren niet dicht kon. ‘Dat fotoshoppen we even weg’, zei de fotograaf over het fluorescerend witte stuk huid bij mijn oksel. Ik heb de ijdele hoop dat ze wat andere dingen ook meteen even meenemen in hun edit-proces.
Geef een reactie