Op het verder verlaten strand stonden twee zakenmannen. Het waren zakenmannen, omdat het zondag was en zij op het strand stonden in hun netste pak. De jonge zakenman wees naar een plek op het verlaten strand. De oudere zakenman knikte.
De jonge zakenman mimede een metershoog gebouw, van de grond af, tot helemaal daar, het duin ver voorbij. De oudere zakenman knikte.
De jonge zakenman wees naar de zee, maakte de beweging van een borstcrawl en voerde een stukje volleybalpantomime op. De oudere zakenman knikte.
Na een tijdje gaven de twee zakenmannen elkaar een hand.
De jonge zakenman legde even een hand op de schouder van de oudere zakenman.
Eenmaal op het geasfalteerde pad dat naar de gemotoriseerde wereld leidde, sloegen de twee heren het zand van hun broek, tikten zij hun schoenen tegen elkaar om het zand uit de gaatjes te verdrijven, en stapten zij in hun auto’s.
Ik dacht er het mijne van.
Geef een reactie