« terug naar blog

Op de Fiets (85)

Ze kwamen me tegemoet op het fietspad. Een wat dikke jongen en een klein jochie.

"Mevrouw mevrouw wacht", zei de dikke. Hij zat op een kinderfietsje dat veel te klein voor hem was. Zijn te grote buik paste maar net tussen het stuur en het zadel.
"Hij heeft geld nodig", zei de jongen, terwijl hij op het kleine jochie wees. Het kleine, iele jongetje was leeftijdloos. Hij kon acht zijn en een langzame groei hebben of misschien was hij nog wel vier. Hij had een dun lijfje en een spits koppie. Op zijn voorhoofd zat een donkere pigmentvlek.
"Hij spreekt geen Nederlands", zei de dikke jongen over het kleine jongetje.

Het kleine jongetje ging nog verdrietiger kijken dan hij ervoor al had gedaan.
Het was meelijwekkend, mijn moederhart brak.

Op mijn meelevende blik begon de dikke jongen heel hoopvol te kijken.
"Hij heeft geld nodig voor om te eten", zei de dikke jongen.
"Zijn moeder is dood."
Arm, klein jongetje, het werd steeds erger.
Het jongetje keek droef, maar ook een beetje verbaasd.

"Is dat waar?", vroeg ik aan het kleine jongetje.
"Ja", zei hij snel, "mijn moeder is dood en ik moet eten."
"Ik vind dat je best goed Nederlands spreekt", zei ik.

De dikke jongen keek beschaamd naar mij en boos naar zijn kleine vriendje.
Met een grote glimlach op mijn gezicht fietste ik door.
1-0 voor mij.


Reacties

12 reacties op “Op de Fiets (85)”

  1. Inderdaad! 1-0! Ik vraag me af of ik zo scherp zou zijn…

  2. Goed gedaan Merel want drie keer raden wie dat eten dat ze van jouw geld gaan kopen opeet… 🙂

  3. Kennelijk toch een meestal wel succesvolle formule, gezien de omvang van de dikke.

  4. Bij mij om de hoek op Broadway staat een uitgemergelde junkie die de hele dag door om geld vraagt voor een Diet Coke…

  5. Is een hongerende halfwees die Nederlands spreekt minder zielig dan? 😉

  6. Net als spammen. Meestal lukt het niet, maar soms trapt iemand er in. Vaak genoeg om er mee door te gaan kennelijk.

  7. Moederhart?
    Ai Merel, hoe is dat zo gekomen, vertel op!

  8. Niets bleef het kleine jongetje bespaard: eerst overleed zijn moeder, toen at die dikzak al zijn boterhammen op en nu kreeg hij van die mevrouw op de fiets geen rooie cent.
    En ze leek zo aardig.

  9. Even verderop klonk een dof plofje, gevolgd door een droef gesis. De punaises die de jongetjes uit voorzorg hadden rondgestrooid, hadden hun dodelijke werk gedaan. Met een laatste, diepe zucht gaf mijn fietsband de geest.
    ‘Mevrouw,’ riep het dikke jongetje me na. ‘Bandenplaksetje kopen?’
    1-1

  10. Merel toch. Alleen het opgevoerde straatdrama was al 50 euricent waard.
    Je had ook kunnen zeggen: “Ik zie dat je Nederlandse taalcursus spontaan zijn vruchten afwerpt mijn kind. En omdat het zondag is, ik geniet van het mooie weer en gelukkig ben dat ik kan fietsen, verdien jij een mazzeltje vandaag!”

    Wellicht de volgende keer 🙂

  11. @knof: meesterlijk!

  12. haha, hoe durven ze 😉 goed stukje!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *