Hoe erg is het, als de trainer van je sportschool jou belt om te vragen of je nog wel leeft! Dat hij zegt: "Je betaalt braaf, maar komen, ho maar, gaat het wel goed met je?" Hoe erg is dat!
Nou, helemaal niet zo erg, bleek. Want na een vrolijk gesprekje waarin ik niet eens poogde excuses te verzinnen (op een gegeven moment ben je oud genoeg) maakte ik een afspraak met de trainer. We zouden een heel nieuw schema voor me op gaan stellen. Dat die trainer zeer charmant is, en de leukste trainer van de hele wereld, en nog grappig ook, en het enige onderwerp in de anders zo stille kleedkamer, maakte alles nog minder erg.
De afspraak maakten we voor over twee weken, en in die twee weken was ik weer goed bezig. Gewichtje hier, loopbandje daar, stepje zo, fietsje zo. Merel da bomb. Mijn ideale, fitte, prachtige lichaam was in mijn gedachten al zeer aanwezig. Ik zou de charmante trainer eens iets laten zien.
En zo gebeurde het, dat ik me drie weken geleden meldde. Ik had een fijn uur met de trainer, ik zweette, ik mat, ik telde, ik duwde en pufte. Ik was klaar voor rehabilitatie.
Hoe erg is het, dat ik sindsdien niet meer ben gegaan?
Ik zou nu kunnen/willen/moeten/gaan, maar ik heb ook een boek dat ik graag wil lezen, een opdracht die af moet, een stapel mail, een taartafspraak, een zware week achter de rug, een vol weekend voor de boeg.
Hoe erg is dat!
Dat is pas erg.
Geef een reactie