Met de verbazing van de ongeoefende forens sloeg ik drie weken geleden de stromen gade. Eerst de fietsers die in alle vroegte een plekje zochten in de overvolle fietsenrekken bij het kleine station. De parkeerwachters die de fietsers bestraften als ze hun fiets op de standaard naast het rek zetten. De fietsers die daar gelaten, zonder enig protest, op reageerden. De lange rijen voor de kaartjesautomaat, waardoor ik bijna de trein miste. De onwennigheid bij het intoetsen van het kaartje voor vol tarief. De colonnes mensen op het perron die volgens alleen voor mij onduidelijke regels hun plek innamen.
Mijn eigen gezucht toen ik merkte dat de trein zo vol was dat ik moest staan. Mijn onhandigheid met de beker koffie, die in de ochtendspits niet handig is. Mijn enthousiasme toen bleek dat het merendeel van de mensen al na een paar minuten bij het volgende station de trein verliet. De stilte van wakker wordende onbekenden in de coupé. De tabloidkrant die desondanks moeilijk valt te lezen, ingeklemd tussen andere reizigers.
De lange stroom mensen die op het eindstation de ogenschijnlijk verkeerde kant van het perron koos. Ik erachteraan, volgzaam, om me heenkijkend. De laantjes in het gras, afgetrapt door de mensen die niet de omweg naar het zebrapad wilden maken.
De verbazing blijft, maar hij wordt minder. Ik weet nog niet welke trein er wanneer komt en op welk perron. Ik weet nog niet hoe lang het nou precies duurt voor ik op het station ben. Ik weet wel waar ik mijn fiets moet stallen, waar een kaartjesautomaat staat die niemand lijkt te kennen, dat ik beter via de andere trap het perron op kan gaan, waar ik bij aankomst de shortcut moet nemen, hoe ik mijn krant al lopend nog even kan lezen. Hoe ik mijn dienblad moet neerzetten zonder dat het alarm afgaat, hoe ik de draaideur doormoet zonder dat het alarm afgaat, dat ik mijn kaartje na de koffie uit het apparaat moet halen, omdat anders het alarm afgaat. Hoe ik moet afrekenen bij de lunch, hoe ik mijn saldo moet opladen, maar nog niet wat een broodje kost.
Van sommige mensen weet ik zelfs de naam.
Geef een reactie