Dit is het verhaal van de enorme blauwe plekken op mijn arm.
Op zaterdag, een van de warmste dagen van het jaar, zou ik, rond etenstijd, in mijn eentje naar Ikea gaan. De laatste keer was 4,5 jaar geleden, ik weet het nog als de dag van gisteren, maar dat is een ander verhaal. Met mijn geleende auto tufte ik vrolijk in de richting waarvan ik vermoedde dat daar de Ikea was, om uit te komen op de speciale parkeerplaatsen van het Amsterdam Tournament.
(we slaan een stukje over waardoor mijn rijleraar heel trots zou zijn op mijn straatjekeercapaciteiten)
Geen enkele andere gek wilde met dit weer in het Zweedse meubelwalhalla vertoeven, op wat kleffe stelletjes na. Groot voordeel: vanwege etenstijd geen rennende kinderen. Mijn plan was perfect geslaagd.
1-0 voor Merel.
Bij de start kwam ik goed weg. Gewapend met een lijstje van alle artikelen die ik móest hebben, volgde ik de stickers met pijlen op de grond, maakte ik scherpe bochten en liet ik me zakken in de afdaling. En passant maakte ik notities, als een echte professional. Hoewel ik het peloton al snel op grote achterstand had gewinkeld, duurde het een uur voordat ik in het magazijn aankwam, mij vergewissend van punten voor het tussenklassement.
Alsof het een moderne triatlon betrof, begon vervolgens het sjouwen. Lang leve de handzame gewichten in de sportschool! De artikelen die ik wilde aanschaffen waren lomp, zwaar en lang. Eén van de lange blokken viel uit het rek bijkans op mijn ontblote teen. De bijna-amputatie ten spijt keek ik vooral of niemand dit gezien had (één man, maar die was kaal). Tegelijkertijd maakten mijn hersens overuren, omdat ik moeite had wijs te worden uit de nummers, kleurcodes en Zweedse naamgevingen in de jungle die het magazijn heette. Jøngle.
De slotfase was aangebroken en het ging erom spannen. Natuurlijk was mijn kar te vol! Extra handicap! Ik probeerde nog te redden wat er te redden viel, maar het was te laat! Eén artikel (de kapstok) gleed vlak voor de finish de kar af, de grond op. Hoongelach viel mij ten deel, de piepjonge kassier van de kassa naast de mijne lachte in zijn vuistje. Gelukkig was ik maar gefocust op één ding, en kort erna passeerde ik luid juichend de finishlijn.
2-0 voor Merel.
Jaha, dat ging goed!
Dan. De auto. Kijk – ik weet wel dat mannen altijd denken dat hun auto groter is dan hij daadwerkelijk is, maar nou ja, ik dus ook. Ik keek naar mijn volle kar, ik keek naar de auto, die ik ineens een auto'tje zou noemen, een pietepeuterig speledingetje. De toeschouwers van de wedstrijd, die deden alsof ze hun eigen auto aan het inladen waren (ha ha alsof ik daar intrap!), keken gespannen toe of het mij zou lukken. Ik keek zelf ook gespannen toe, want ik was buiten mijzelf getreden. Helpen was overduidelijk verboden, want niemand schoot te hulp! De enorm zware, lompe kast vooral was met geen mogelijkheid in beweging te krijgen. Laat staan een speelgoedauto in!
Vol verbazing zagen de toeschouwers, die gratis van de wedstrijd mochten genieten, bleek achteraf, dat het bezwete meisje alle spullen in de auto kreeg! Ze kon er nog net zelf bij. Met op de passagiersstoel naast haar een deel van haar nieuwe vriend Benno.
3-0 voor Merel.
Opgewekt reed ik met de bolide nu huiswaarts, mijzelf complimenterend over mijn capaciteiten. Euforie alom! Niets, maar dan ook niets hielp mij eraan herinneren dat ik op drie hoog woonde. Tot ik thuiskwam en zag dat ik op drie hoog woonde.
Ik keek nog eens naar de spullen in de auto. En ik keek nog eens naar boven. En ik bedacht me dat de glazenwasser echt al in eeuwen niet meer geweest is!
Natuurlijk had ik hulp kunnen vragen. Ik ben niet achterlijk, noch van sociale vaardigheden gespeend. Maar iets in mij zei dat ik dit helemaal alleen moest doen. Dat iets mag nu ter plekke afsterven! Toen ik het grootste pakket in anderhalf uur halverwege de eerste trap had weten te manoeuvreren, balancerend op een klein randje traptrede, door mijn knieën buigend, mijn gewicht eronder zettend, mijn handen tot bijna bloedens toe het gevaarte vastklemmend, wetend dat ik niet meer terugkon, wist ik dat ik nooit, maar dan ook nooit meer dergelijke stompzinnige dingen moest doen.
Zo kwam ik aan de enorme blauwe plekken op mijn arm, die er majesteus indrukwekkend uitzien en waardoor iedereen denkt dat ik een man heb.
4-0 voor Merel.
Geef een reactie