Men neme een handvol rode lekker pittige chilipepertjes, een paar eetlepels bosuitjes, een eetlepel gember, een theelepel citroengras, een beetje Thaise ginseng, een toefje garnalenpasta, de schil van een limoen en verse korianderwortel.
Men neme een mes en men snijde alles zeer fijn.
Men neme biologische kipfilet en Thaise aubergine, als je puf hebt om om te fietsen. Anders andere groenten, maar minder lekker. Men neme kokosmelk, Thaise vissaus, een beetje suiker en wat blaadjes Thaise basilicum (niet Italiaanse hè).
Men neme een vijzel en men vijzele alles tot een lekker papje. Men neme een wok en men verwarme olie. Men doeë de garnalenpasta in de wok en daarna de kip. En daarna in éen keer de rest, omdat de mensch ongeduldig is.
Men koke intussen rijst. De rijst giet u af, u complimentere uzelf, vanwege het professionele afgieten.
En dan, en dat is eigenlijk het belangrijkste deel van dit recept, pakke men de wok van het fornuis. Men pakke de wok met keukenwanten, maar wegens lui gaan de keukenhandschoenen niet aan. Dan houde men de wok stevig vast. Dan voele men een brandende pijn in de linkerhand. Dan late men de wok vallen wegens auw.
Dan kijke men hoe de poezen snuffelen aan de curry op de grond en besluite men tot skippen van het avondeten.
Geef een reactie