Het blijft wat ongemakkelijk; een ontmoeting met een bekende op het perron in de ochtendspits. Je bent geneigd elkaar te negeren wegens vroeg en donker, maar soms lukt dat niet. En soms wil je het ook niet, omdat het al veel te lang geleden is dat je elkaar hebt gezien.
Zo zat ik onlangs ineens in een bomvolle trein tegenover S.
Ook dat blijft ongemakkelijk; een gesprek voeren met heel veel meeluisteraars. Die er niet voor hebben gekozen jouw geklets aan te horen. En die jij niet hebt uitgekozen als meeluisteraars.
"Je boek ligt er goed bij in de winkels, ik zie het overal!", riep S.
Een meneer keek snel op uit zijn krant, voor het geval hij met een beroemde schrijfster in de trein zou zitten en hij het zou missen, om vervolgens na een blik op mij teleurgesteld verder te lezen.
S. ken ik eigenlijk niet.
We hebben elkaar vorig jaar ontmoet op een heel leuk feestje en raakten toen aan de praat.
En nu zag ik hem weer in de trein.
"Hoe is het met je volleybalteam?", vroeg ik.
"Volleybalteam?", vroeg hij verbaasd.
Even vreesde ik dat ik een verkeerde link had gelegd, maar ik wist het zeker.
"Was het een handbalteam?", vroeg ik.
De vrouw naast me schoof een beetje geïrriteerd op.
S. schudde vragend zijn hoofd.
"Een voetbalteam?", vroeg ik.
De vrouw naast me zuchtte en onderstreepte driftig een zin in het document op haar schoot.
"Ik weet niet waar je het over hebt", zei S.
"Hè, was het dan trefbal?", vroeg ik.
"Nee", zei S.
"Basketbal", zei de vrouw naast me.
Ik keek even opzij.
"Basketbal", herhaalde ze. "Je moet nu basketbal gokken."
"Basketbal?", vroeg ik.
S. schudde zijn hoofd.
"Tafeltennis", zei de vrouw.
S. schudde zijn hoofd.
"Korfbal", zei de vrouw.
S. schudde zijn hoofd.
"Honkbal", zei de vrouw.
"Oh, jullie bedoelen het roeien!", riep S. uit.
De vrouw naast me keek me plotseling heel boos aan.
"Dat is helemaal niet met een bal!", riep ze.
Geef een reactie