Ze zijn er elke ochtend dat ik naar mijn werk ga.

De eerste staat in haar stadswachteruniform bij de lastige kruising. Ik weet niet hoe het imago van stadswachten in de rest van Nederland is, maar in Amsterdam doen mensen nogal laatdunkend over deze noeste (Melkert-)arbeiders. Onrechtgevoelig als ik ben, neem ik het altijd op voor de verkeersregelaars. Ze staan er maar en ze mogen eigenlijk niets (zoals je stevig bekeuren als je ze negeert – wat iedereen doet).

Maar het blijkt lastig om het voor ze op te nemen. De meeste stadswachten vragen er toch een beetje om genegeerd te worden. Het zijn meestal zwijgzame, passieve mannen die de hoop op een beter bestaan op lijken te hebben gegeven. Heel zelden zie je een verkeersregelaar die echt invulling aan het beroep geeft, er iets van maakt, er zelfs een beetje de humor van inziet. 

Een van hen is deze vrouw. Ik kom haar minstens drie keer per week tegen op een tijdstip dat de meeste mensen in staat zijn iemand te vermoorden. Zij tilt het beroep van verkeersregelaar eigenhandig naar een hoger niveau. Ze is van een leeftijd dat ze twee bijna volwassen kinderen thuis heeft. Aan haar uiterlijk te zien heeft het leven haar niet altijd goed bejegend. Ze is stoer en behoorlijk wat gewend.

Daar kom ik aan op mijn fietsje. De bocht is lastig omdat je de auto’s niet kunt zien aankomen. Maar nu zijn ze er ook nog aan het werk. De vrouw moet ervoor zorgen dat de uitrijdende vrachtwagens, de auto’s van de ene kant en de fietsers van mijn kant elkaar niet raken bij het oversteken.

“Heeeee dame op die vrolijke fiets, jij mag door, kom maar, kom maar, heel goed, rijden, eeeeen stoppen maar”, roept ze – dat laatste tegen de slome stroom fietsers achter me. Ik bedank haar altijd net zo vrolijk als ze mij toeroept. Vaak is ze de eerste vreemde persoon tegen wie ik iets zeg. “Hop, hop, hop”, hoor ik haar achter me tegen de stilstaande auto’s zeggen. Ze straalt energie uit, alsof ze zich oppept voor een belangrijke wedstrijd. Het kan ook zijn dat ze in elkaar stort als ze zich niet oppept. Ze dwingt respect af van ieder die de driesprong passeert. 

Als ik het station binnenga, kom ik de volgende opvallende vrouw tegen. Ook zij heeft haar positie reeds ingenomen als ik eraan kom. Zij deelt de Spits uit. Waar haar collega’s, voornamelijk studenten die haar kinderen hadden kunnen zijn, lijdzaam en wat vermoeid met de bundel Spitsen in hun armen staan, in de hoop dat iemand er eentje aanneemt, prijst zij het gratis dagblad aan alsof de prachtigste pompoenen van de markt zijn. “Leeees de Spits, pak ‘m mee, het kost je niets!”.

Je moet van goeden huize komen om haar te negeren. Ze geeft ook tips, waarvan ik me altijd afvraag of ze er zelf in gelooft: “Het is niet zoals de krant die je al bij je hebt. De Spits geeft aanvullende informatie! Neem hem anders mee voor thuis, na je werkdag, lekker nog even op de bank.” Er valt bijna geen stilte tussen de aanbevelingen.

Ik zie beide vrouwen maar een paar seconden per dag. Ik ging ervan uit dat ze hun werk acht uur op dit niveau achter elkaar deden. Tot gisteren. Ik nam een andere trein, kwam de moeilijke bocht door en: geen verkeersregelaar. Even later, bij de ingang van het station: geen enthousiaste aanprijzende vrouw. Sindsdien denk ik dat ze het allebei voor mij doen. Een paar seconden per dag.


Reacties

24 reacties op “Twee opvallende vrouwen”

  1. Julia B. avatar
    Julia B.

    Prachtig stukje, Merel… vooral die laatste twee zinnen! 🙂

  2. Ge-wel-dig!

    Al ben ik meer bekend met de noeste maar o-zo-niet-gemotiveerde Melkert-arbeider. Van deze dames zou ik ook blij worden.

  3. Dit kan zo in een Mars-reclame. In elk soort werk moet je zelf de vreugde zien te vinden. Deze dames bewijzen dat iedereen dat in wezen kan.

  4. monique avatar
    monique

    ik zou er bijna voor naar amsterdam komen, maar dan moet ik natuurlijk wel weten hoe laat precies

  5. Wow! Ik heb net The Truman Show weer eens opgezet… Die twee seconden, die zijn écht voor jou!

  6. Als er ooit een studiolamp uit de lucht komt vallen, zou ik me zorgen gaan maken. 🙂

  7. Ik wilde alleen even zeggen dat je geweldig bent, schrijft, twittert en blogt 😉

  8. Merel, geloof me: die vrouwen bestaan ook helemaal niet. Enkel in jouw hoofd.
    Gelukkig levert het een mooi verhaal op.

  9. nee hoor, op die andere uren pikken @MaaikeS en ik hen in omdat we ze goed bij onze buurtbedelaar vonden passen.

  10. Ben erg benieuwd of ze er weer staan wanneer je de gebruikelijke trein weer neemt.

  11. Verkeersmensjes hebben wij hier ook. Alleen zijn die meestal nog in de ban van de sjagarijnigheid. Ik kom er een keer voor naar Amsterdam, of naar Utrecht. Kan natuurlijk ook.

    PS. Iedereen die de vorige stukjes van Merel heeft gelezen, “het Interview()”:https://www.merelroze.com/archive/2009/01/20/rutger is beoordeeld met een holy 9,5!

  12. Mooi! Ik heb er veel respect voor, want je zult er maar staan in weer en wind en al die eigenwijze, chagrijnige mensen tot wachten (of voortmaken) zien te bewegen…
    Morgen maar weer de gebruikelijke trein, om de opvallende vrouwen niet teleur te stellen?

  13. Sabine avatar

    Wat een heerlijk stukje, en wat een fantastische mensen!!

  14. Claudilientje avatar
    Claudilientje

    Een heerlijke naïeve gedachte! 😀

  15. Ellen avatar

    Mooi stukje, Merel.
    In mijn oude buurt liep een straatveger rond die op dezelfde wijze zijn werk deed. Ik vond dat ontroerend en inspirerend. De oude schoenmaker van de Frederik Hendriklaan in Den Haag! Ook zo iemand.
    En Rutger: gefeliciteerd, ik ben trots op je.

  16. Al die onzichtbare beroepen dwingen eigenlijk respect af als je er goed over nadenkt. Ik heb hetzelfde gevoel met mensen die langs/aan de snelweg werken- wat een gevaarlijk vak. Of met de vuilnisophalers. Zo’n ondankbaar beroep, en je huis zou binnen no-time een zooitje worden zonder hen. Of je straat- zie Napels.

  17. Hulde aan deze twee supervrouwen.
    En hulde aan de derde vrouw.
    Voor dit prachtstuk.

  18. Linda avatar

    Mooi stukje weer Merel!

  19. FLUITENDE MEREL IN DE STAD WIL DE SPITS VOOR ZIJN

    (Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven)

  20. En weet je dat heel veel mensen deze vrouwen wss niet eens opmerken als ze voorbij fietsen/lopen/rijden?

  21. eigenlijk doen de reacties een beetje afbreuk aan het mooie stukje. maar ja, niet kunnen reageren doet ook wel een beetje afbreuk aan het hebben van een weblog natuurlijk.

  22. Als het de vrouw is die bij het fietspad staat, vlak voordat (of nadat) je onder het spoor door fietst, bij de bouwput aan de bieb-kant, dan weet ik wie je bedoelt. Toen de bromfietser mijn achterwiel aan gort had gereden zei deze verkeersregelaar (dwars door mijn vloek) vrolijk maar zeer beslist dat het mijn eigen schuld was. Ze had gelijk natuurlijk.

  23. Afgelopen vrijdag. Eén kruising : vier (!) stadswachten.
    Is natuurlijk nodig, voor elke richting een.
    (en weinig inhoudelijk op jouw stukje, maar wilde het toch even zeggen ;-))

  24. Flo: check! 🙂

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *