‘Nog even wachten.’
De politieagent drukte nog maar eens op enter.
Ik zat al een tijdje naar de achterkant van zijn beeldscherm te staren. Een ouderwets dik beeldscherm. De computer reutelde. Mijn vingers jeukten.
‘Ik zie de zin niet.’
En hij drukte nog eens op enter.
‘Daar is ie. Ik heb nu…’, de agent ademde in en concentreerde zich. ‘Hierbij verklaar ik, Merel Roze, dat iemand anders is in het bezit is van mijn paspoort een kopie van mijn paspoort. Hmm. Dit moet weg.’
We wachtten een paar seconden tot de backspace zijn werk had gedaan.
Hij las verder: ‘Ik heb zelf zowel het contract en het kopie…’
‘Als’, zei ik.
De politieagent keek even op.
‘Als’, zei ik. ‘Zowel…, als, niet en.’
De agent zuchtte en knikte.
Even ervoor, toen ik in de wachtkamer zat, was er een man dit hok in gestormd, roepend dat hij elk moment geliquideerd kon worden. Ik had me erg blank, erg hoogopgeleid en erg braaf gevoeld.
De agent ging verder. ‘Ik heb zelf zowel het contract ALS het kopie…’, las hij voor.
‘De’, zei ik.
De politieagent keek even op.
Het pistool aan zijn riem zag er erg echt uit.
‘De kopie’, zei ik. ‘Niet het kopie.’
De agent, een geboren en getogen Amsterdammer, was liever boeven gaan vangen op straat dan processen-verbaal op te nemen.
‘Ik verklaar het’, zei ik verontschuldigend. ‘Ik zou nooit het kopie verklaren.’
De agent knikte en wachtte tot de backspace zijn werk had gedaan.
Na een kwartier had hij de 10 regels op het scherm. Hij drukte op print.
‘Hier mag je je handtekening zetten alsjeblieft’, zei hij. ‘En hier.’
Hij overhandigde me een van de twee verklaringen.
‘DE kopie’, zei hij met een onderdrukte lach.
Criminelen, hoerenlopers, slachtoffers van ernstige misdrijven – de agent had ze allemaal voorbij zien komen. Nooit waren ze zo irritant geweest als Merel Roze.
Geef een reactie