“Het echte nieuws staat er niet in”, zei ik tegen de man die me bij de ingang van het station de Spits aanreikte. Hij begreep me niet. Had hij het soms nog niet gehoord?
Op de ticker van het pand van BNR-nieuwsradio stonden in grote letters gewoon de frequenties van hun station in de verschillende regio’s. Ik had verwacht dat er één zin zou staan die zich zou herhalen. In hoofdletters.
De mensen in de straat leken niet anders dan normaal. Ik probeerde hun blik te vangen en te peilen hoe zij op het nieuws hadden gereageerd. Gisteren was de hashtag #heeaja dankzij de Nederlanders world trending op Twitter. Nu leek de gemiddelde Amsterdammer minder bezig met het winnen van een strijd.
Als ik een verslaggever was, zou ik nu de straat op gaan, de koffiehuizen in, de supermarkten, de schoolpleinen af. Delen wilde ik, dit nieuws, en kijken wat iedereen verder vond. Zou ik mijn vader bellen?
Voor het eerst heb ik ervaren dat ik blij kan zijn met iemands dood. Dat ik iemand zelfs de dood van een ander kan gunnen. Een verontrustend gevoel. Toen ik de hossende menigte bij het Witte Huis op televisie zag, begreep ik de groepen scanderende moslims die je soms op tv ziet, ineens veel beter.
Geef een reactie