Een jongetje achterop in een fietszitje met een groot kartonnen bord: “Hup mama”.
Een man op een brug met een groot bord. Eerst stond er ‘Anita je bent halverwege’. Daarna was Anita weggeveegd en stond er: ‘Jacqueline je bent halverwege’.
De jongen met Down die riep, toen hij langsrende: ‘Mag ik al bier?’
Een renster die, toen ze de mensen naast ons zag, uit de race stapte, de mensen uitgebreid ging knuffelen om ze te bedanken dat ze er stonden, en toen doodleuk verder rende.
De man die een banaan van de fruitstal pakte en zei: “Alleen met een banaan kom je aan.”
Verrassende gezichten in de massa’s lopers van wie ik niet wist dat ze meededen die ik heel hard kon aanmoedigen. Duizenden onbekenden en dan ineens een bekende zien.
Mijn broer die zijn handen juichend omhoog deed toen ie me zag, alsof hij al bij de finish was in plaats van halverwege. De Man des Huizes, die me heel stoer al rennend een handkus toeblies.
De bewoners van Noord, die in groten getale op het evenement waren afgekomen, met klapstoeltjes, honden, biertjes en continu grappen. En zere handen van het klappen. De bandjes en dweilorkesten langs het parcours, de zon die volop scheen “Kan iemand dat ding uitzetten?” en de variëteit aan deelnemers.
De verkeersregelaar die met mij ging bepalen wanneer ik met mijn fiets het tjokvolle parcours over mocht steken. “Rij maar niemand aan, dat geeft zoveel problemen.”
Het joelen, het klappen, het juichen.
Wat een geweldig evenement om deel van uit te maken.
Als ik had geweten dat het zo leuk was, had ik al 24 keer langs de kant gestaan.
Geef een reactie