Vorige week is het Festival van de Fantastische Film voor de 18e maal in Amsterdam van start gegaan. Gisteren vond in de Balie een symposium plaats over de positie van de Fantastische Film in Nederland. Gasten waren ondermeer Paul Verhoeven, Burny Bos (intendant bij het Filmfonds en producent van ondermeer Minoes) en San Fu Maltha (producent van ondermeer Soul Assassin en Costa!). Het gesprek werd geleid door Dana Linssen. Uitgangspunt van het symposium was dat in Nederland een basis voor het produceren van fantastische films ontbreekt.
Er zaten vijf overwegend heel dikke mannen in pakken en één vrouw op het podium. De zaal was beter gevuld dan ik had gedacht. Jong, filmliefhebbend publiek, waartussen ook veel oude rotten, critici en filmmakers zich hadden verzameld voor een discussie over de positie van makers en producenten van fantastische films en of deze juist wel of juist niet gestimuleerd moest worden.
Men verzuimde een definitie te geven van het begrip fantastisch. Onder fantastische films worden volgens mij films verstaan die niet-realistische eigenschappen bevatten. Indien deze definitie wordt gehandhaafd, vallen wel heel veel films onder het kopje fantastisch, en dat is meteen een beetje de makke van Het Manifest voor de Verbeelding dat De Fantasten in 1999 lanceerden, waarin wordt gepleit voor meer verbeelding en fantasie in de Nederlandse film en op televisie. Op deze manier is ook Minoes een fantastische film, terwijl het de De Fantasten volgens mij vooral gaat op paranormaalheden, buitenaardse wezens en vliegende objecten.
Conclusie van de middag was dat de producenten van fantastische films zich nogal miskend voelen in Nederland. In Nederland worden fantastische films per definitie gezien als films zonder inhoud, zeggen zij. Het polderdrama, het gootsteendrama en de realistische geschiedenisverfilming staan hier zo hoog in het vaandel dat er geen ruimte is voor spectaculaire, fantastische films voor een groot publiek, waar er in Amerika juist veel geld voor uit wordt getrokken. Het Filmfonds, zo zeggen de voorstanders van meer fantastische films, weigert initiatieven voor fantastische films te stimuleren en te subsidiëren. Maar die paar centen die het Filmfonds te besteden heeft voegen bijna niets toe aan de budgetten die bij grote fantastische films worden ingezet. Een fantastische film kan natuurlijk ook voor minder geld worden gemaakt, maar dan zegt men weer dat het er amateuristisch/Nederlands uitziet. Kortom, er moet veel geld komen, willen de producenten kunnen maken wat ze denken te moeten maken.
Ik zeg. Laat het Filmfonds er zijn als publieke omroep, als kwaliteitsbewaarder en als subsidiënt voor kleine tot middelgrote films. En laat een Joop van den Ende en wat andere commercieel denkenden die andere films maar financieren, in coproducentschap of op andere wijze. Zodat we met zn allen naar Volle Maan of een Fantastische Film kunnen gaan, maar ik naar een andere film.
Reacties
3 reacties op “Fantastische Film”
Met Merels mening ben ik -degene die haar gisteren op het symposium vergezelde- het eens, ware het niet dat 100.000 Euro voor ontwikkelingskosten voor welke (fantastische) film met wat voor budget dan ook altijd broodnodig is. Iedere producent zal het met mij eens zijn. Verder zal ik mij vanwege een nieuwe baan vanaf heden meer gaan verdiepen in documentaire dan in het genre fantastische film en pleit ik bji deze voor meer geld in die branche.
Vind ik ook. Meer geld naar documentaires! Minder naar fantastische films! Absoluut! Broodnodig!
Walter van Raamsdonk! Heet je echt zo of ben je een personage van Joost Zwagerman?