“Wat met pink gebeurd?”, vroeg de Braziliaanse koffieverkoper die ik drie maal per week tref, als ik ’s ochtends vroeg mijn beker cappuccino bij hem koop op het perron. Veel te dure koffie – maar Benito maakt het meer dan waard. We kunnen in de 30 seconden dat het koffiezetten en betalen duurt, hele verhalen met elkaar delen. Het scheelt dat ik niets hoef te bestellen – als hij mij in de rij ziet staan, begint hij al met mijn cappuccino. Het voordeel van voorspelbaarheid.
Mijn hoofd zat te vol. Te vol met werk en losse eindjes, mailtjes die ik nog moest beantwoorden, boodschappen die ik nog moest doen, deadlines die ik nog moest halen, dingen die ik nog moest plannen, beslissingen die ik nu echt moest gaan nemen, baby’s die ik nog wilde bezoeken, afspraken die ik moest gaan regelen, cadeautjes die ik nog moest kopen. Een wirwar van zakelijk en privé stopte mijn hoofd voller dan de beschikbare kubieke centimeters.
Ik greep mis, het glas viel uit mijn handen, terug de afwasmachine in. Duizenden stukjes glas verspreidden zich over de schone vaat.
En toen het bloed. Later zou ik horen dat er ook slagaders in je vingers zitten. Alsof het bloed al die jaren had gewacht op het moment dat er eindelijk een grote opening in mijn pink zou ontstaan, gutste het eruit. Grote, rode druppels over de glassplinters in de schone vaat.
Verbaasd keek ik naar de kracht van het bloed voor ik bedacht dat ik de gewonde pink onder de kraan moest houden. Of – moest ik de pink wel onder de kraan houden? De laptop lag te ver weg om te kunnen googlen. Googlen is mijn antwoord op alles, bleek. Mijn eigen verstandelijke vermogen is lui geworden en daardoor onzeker. Het leek me in ieder geval geen kwaad kunnen. Zodra ik de vinger onder de kraan vandaan haalde, spoot het bloed er nog steeds pulserend uit, dus naar de laptop lopen was niet eens een optie.
Ik hield de vinger onder de koude kraan tot hij gevoelloos was, maar het bloeden werd niet minder. Op een gegeven moment wist ik, de glasscherven ontwijkend, nieuwsgierige katten wegsissend, de vinger boven de wasbak houdend, de keukenrol te pakken. Ik scheurde een berg papier af en hield dit tegen de wond. Ik liep naar de laptop en googlede. Het resultaat was zeer teleurstellend – nergens stond wat ik precies moest doen. Ik belde de Man des Huizes en zei dat zijn oplossing geen optie was. Vervolgens keek ik naar het keukenpapier: volledig rood van mijn eigen bloed.
Ik ging bijna van mijn stokje.
“Uiteindelijk stopt het met bloeden”, zei Eerste Hulp-arts S., de dag erna.
Dat klopte.
Uiteindelijk stopte het met bloeden.
Het is mijn linkerpink. Ik denk dat er misschien een pees geraakt is. De pijn valt alleszins mee. Alles valt eigenlijk mee. Sinds ik de duim van dezelfde hand driekwart jaar geleden tussen de deur kreeg, wat nog wekenlang een ongelooflijke pijn veroorzaakte, en nog maandenlang een zwarte nagel, die pas rond Oud en Nieuw eraf viel – kan ik bijna alles hebben. En hee, de opmerkelijk lege verbanddoos is nu eindelijk weer goed gevuld.
Geef een reactie