'Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt', zei de vrouw in tweezits achter ons. 'Ik heb er geen woorden voor. Ik heb zoiets echt nooit eerder meegemaakt. 'Die man…'
Het was vlak over de Belgisch/Nederlandse grens dat de man over wie de vrouw het had de hele coupé was opgevallen. Een rastaman die vlak over de grens was opgestaan en in het halletje ineens keihard was gaan praten. Ik dacht dat hij stond te bellen en gewacht had tot het Nederlandse tarief gold. Maar hij had op de deur van het toilet van de Thalys staan beuken, waar onze achterbuurvrouw net op had gezeten.
'Zoiets doe je toch niet?', zei de vrouw achter ons. 'Ik was doodsbenauwd. Ik durfde er gewoon niet uit!'
'Hmm', bromde de man naast haar, van wie ik me eerder die reis al had afgevraagd wat hij van haar was. Ze waren beide op leeftijd, maar niet met elkaar getrouwd, zoveel was duidelijk geworden uit de gesprekjes die ik ongewild had afgeluisterd.
Daar kwam de man aan door het gangpad.
De conducteur achtervolgde hem.
'I have paid for this shit', zei de rastaman. 'You don't respect me.'
'Laat me uw kaartje zien', zei de conducteur in het Nederlands.
'Waarom?', zei de man in het Nederlands. 'U respecteert me niet.'
'Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt', zei de vrouw achter ons.
Dit herhaalde zich een keer of dertig. Hij had wel een kaartje, zei hij, maar de conducteur had geen respect. De rastaman begreep dat hij het uiteindelijk zou verliezen, dus hij kwam met een zwaarder argument.
'I am a Jew. Je suis un suif. Ik ben Jood. Jij gelooft niet, want ik zwart. Ik ben een Jood. Ik ben een JOOD!'
De hele coupé was zich er inmiddels mee aan het bemoeien. Sommigen door commentaar te leveren, anderen door zich zeer strak op hun boek te concentreren.
'Ik ben ook een Jood', zei een passagier.
De rastaman keek verheugd en dacht een medestander te hebben gevonden.
'Maar ik gedraag me toch ook niet zoals jij?', zei hij. De rastaman werd weer kwaad. Nu raakte hij de conducteur aan.
'You have no respect', zei hij. 'You asked me my ticket and you don't have any respect.'
'Don't you touch me!', riep de conducteur.
'Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt', zei de vrouw achter ons.
'Zou hij een kaartje hebben?', vroeg ik zacht. We wisten het niet, maar het leek ons van niet. We reden zelfs eerste klas.
De rastaman begon wartaal uit te slaan. Een vrouw vroeg hem alsjeblieft op te houden. Een man deed hetzelfde. De conducteur bleef erbij. Het duurde tot aan Rotterdam.
Daar zagen we hoe de rastaman op het perron in de boeien werd geslagen, door vier man, en met moeite.
Toen de trein weer reed, keerde de conducteur terug in de coupé.
Er steeg een licht applaus op.
'Goed gedaan hoor', zeiden de meesten. 'Knap.'
Hij straalde.
Hij was de held van de dag.
'Oh, in Amsterdam hebben we dit zo vaak', zei een passagier grappend.
'Wij in Den Haag niet hoor! Wij zijn heel beschaafd!', zei een andere.
De rust keerde weer terug.
'Heeft er iemand nog vragen?', vroeg de conducteur.
'Had hij nou wel of niet een kaartje?', vroeg ik.
'Ja', zei de conducteur. 'Maar hij weigerde die aan mij te laten zien.'
Geef een reactie