Gisteren was ik op een gelegenheid waar ik een groot gedeelte van de mensen van vroeger kende. Sommigen kende ik goed, anderen minder, sommigen vond ik vroeger vervelend maar wilde ik nu best waarderen, anderen vond ik vroeger leuk maar door andere gebeurtenissen ineens minder interessant.
De begroeting was lastig. Moest ik zoenen, een hand geven, vagelijk zwaaien vanuit de verte? Op iemand aflopen en met mijn armen gespreid gillend de naam van diegene uitspreken, zoals ik op mij heen zag gebeuren? Blijer zijn dan ik me voelde? Mezelf inhouden?
De meeste begroetingen gingen natuurlijk geheel vanzelf, hoewel ik verbaasd was dat de ene zich geheel van mij afzijdig hield en me kort toeknikte als gedagzegging, en iemand anders me omhelsde, me op wilde tillen, me dood wilde knuffelen, terwijl ik best een hand had willen geven. Iemand naar wie ik erg had uitgekeken om hem weer eens te zien, deed cool en ongeïnteresseerd, maar draaide later bij. In principe ging uiteindelijk alles volgens verwachting.
Behalve de man die ik van iets geheel anders kende dan de rest. Met wie ik niet meer had dan een zakelijke en afstandelijke relatie. In het begin van de avond had ik hem zien staan en had ik hem vagelijk toegewuifd, mimend: ‘hee wat grappig ben jij er ook, dat had ik niet verwacht maar nu je er toch bent ga ik niet naar je toe komen lopen want zo goed kennen wij elkaar nou ook weer niet en nu ga ik weer verder met mijn gesprek’. Na afloop kwam hij naar mij toe, uitzinnig, mij drie grote zoenen gevend, mijn schouder omarmend, zich naast mij neerzettend, en een groot deel van de avond enthousiast naast mij blijvende zittende. Ben benieuwd naar de volgende keer dat wij elkaar zullen gaan zien. Ik vind het wel zo iemand die mij dan vagelijk toewuift omdat het hem even niet zo goed uitkomt.


Reacties

8 reacties op “Begroeten”

  1. Maar hij kan vast niet zo goed mimen als jij.

  2. Mits hij Rob van R. heet.
    Had hij toevallig een glasplaat in zijn handen?

  3. Mooi stukje…
    Ik ontdek je cursiefjes nu, ‘k ga zeker meer kijken.

  4. Maar wie was dat dan?

  5. …cursiefje…
    Mooi in onbruik geraakt woord is dat.
    uit de tijd van stencils, pick-ups en telegrammen.
    Nu zouden we het wellcht ’tje noemen

  6. haha, wat een stomme fout van me!
    laatste regel moet natuurlijk zijn:
    “Nu zouden we het wellicht ’tje noemen”

  7. en einde cursief natuurlijk
    Sorry

  8. ik was er ook bij, deze avond vol met begroetingen.daarbij viel het me op dat de begroeting nog niets zegt over de ‘relatie’die je met die persoon hebt. mensen die mij hartelijk begroetten, zeiden vervolgens niets tegen me. anderen knikten even maar daarna volgde een gesprek. the art of greeting.

    misschien een mooie titel voor een boek.