« terug naar blog

Bureaucratie

Ik stond voor de deur van een enorm gebouw. De hoge glazen voordeuren leidden naar een halletje met brievenbussen en bellen. Ik keek in mijn agenda. Afdeling H 3, mevrouw Sikkinga. Ik opende de deur en stapte het halletje in. Naast de brievenbussen en bellen nog twee hoge, glazen deuren. Ik probeerde de ene deur, en erna de andere, maar ze waren dicht. Aanbellen dus. Ik keek naar de bellen. Naast de bellen zat ruimte voor naambordjes, maar niemand had de moeite gedaan om er iets op te hangen. Behalve bij één. Daar stond 3x bellen.

Er waren boel bellen. Ik kon geen systematiek ontwaren. Op mijn horloge zag ik dat ik precies op tijd was. Ik drukte een willekeurige bel in. Er gebeurde niets. Ik probeerde een andere bel. Er klonk wat geruis door de intercom en ik hoorde één van de glazen deuren openklikken. Ik trok aan de deur, maar blijkbaar had ik moeten duwen, want door mijn beweging viel de deur weer in het slot. Nog een keer aanbellen. Ik wist niet meer op welke bel ik net had gedrukt. Op goed geluk drukte ik.

De deur was open en ik liep naar binnen. Rechts een lift en even verderop een trap. Geen verdere bewegwijzering. Afdeling H 3? Ik drukte op de liftknop. De deuren sprongen open. Op de muur van de lift bekeek ik de woorden achter de verdiepingen, waaruit ik afleidde dat ik op de eerste etage moest zijn. Ik nam de trap.

Na twee trappen en één verdieping hoger keek ik wederom naar twee hoge, glazen deuren. Dicht. Achter de glazen deuren zag ik mensen lopen. De mensen hadden pakken aan en papieren in hun handen. Het zag eruit alsof ik hier moest zijn. Ik rammelde aan de deur in de hoop dat iemand me binnen zou laten. Niemand merkte mij op. Ze waren druk. Ik keek links en rechts. Geen bel. Misschien zou ik mevrouw Sikkinga even mobiel moeten bellen om te vragen of zij voor mij de deur zou willen opendoen. Ik zocht het nummer op. Er kwam een vrouw van een etage hoger naar beneden. Ze hield een kaartje voor een plaatje en de deur sprong open. Ze zei me geen gedag. Ik liep achter haar aan. Ze liep de gang door, uit het zicht.

Ik stond in de gang waar ik net de mensen voorbij had zien lopen. Links en rechts waren deuren. Sommige deuren leidden naar glazen kamers, sommige naar geblindeerde kamers. Er was geen bord waarop aangegeven stond waar afdeling H 3 was. Wel hing er een bord met schuifjes waarop ik kon lezen dat mevrouw Sikkinga op het moment aanwezig was. In de glazen kantoortjes was iedereen druk. De deuren waren dicht.

Ik stond nu al een minuut of twee nutteloos de gang in te kijken. Enkele mensen hadden mijn aanwezigheid opgemerkt, maar niemand kwam naar me toe. Ik besloot een stukje te lopen. Rechts van me een automaat voor koffie, thee, chocolade, soep. Ik ging de bocht om. Daar zat iemand met een open deur achter een computer te werken. Ik liep naar binnen en vertelde dat ik een afspraak met mevrouw Sikkinga had. Zij pakte een boekje, bladerde naar de letter S en zei dat ik terug moest lopen, de gang door, en dan de vierde deur links, maar het kon ook de vijfde zijn. Haar naambordje hing naast de deur.

Ik liep terug. Op de vijfde deur links stond op het bordje: Mevr. drs. M.H. Sikkinga. In het aquarium zat een mevrouw te bellen met de rug naar mij toe. De deur was dicht. Ik bleef staan voor de deur. Mevrouw Sikkinga was verwikkeld in een heftig gesprek. Haar armen bewogen heftig rond haar hoofd. In de gang passeerden wat mensen, maar niemand vroeg wat ik er deed. Ik besloot op de deur van mevrouw Sikkinga te kloppen. Het geluid dat mijn knokkels op de glazen deur maakte, was nihil. De vrouw keek er niet van op.

Deur open doen? Wachten? Ik wachtte nog even. IJsberen. Taptap.

Men was echt druk hier, poeh, en ook belangrijk, dat kon ik zo zien. Verderop zag ik nog een koffieautomaat. Ik liep ernaar toe en koos een thee. Ambtenarenkoffie niet te vertrouwen.
Ik las de papieren op het prikbord. Ik keek naar binnen in de andere kantoren. Ik zei een grijze man in pak gedag bij het voorbijgaan. Mevrouw Sikkinga was voorlopig nog niet klaar met bellen. Ik pakte een krant uit het krantenrek. Woensdag 27 maart 2002. Hmm.. Foto van Pim Fortuyn op de voorpagina. Ik keek op mijn horloge. De tijd verstreek.

Ineens bedacht ik me dat ik ook heel druk en heel belangrijk was. Ik liep terug naar de deur van mevrouw Sikkinga, klopte min of meer op het glas, en deed de deur open. Ik ben hier hoor, zie, uw afspraak. Mevrouw Sikkinga keek om, veinsde een verbazing en gebaarde dat ze zo snel mogelijk zou ophangen. Ik nam mijn gangpositie weer in en wachtte voor haar deur.

Na vijf minuten kwam ze eindelijk naar buiten. Ze keek op haar horloge en zei dat ik te laat was. Dat was bijzonder vervelend, want over een kwartier had ze alweer een andere vergadering.
Kortom, we moesten een beetje snel ter zake komen.


Reacties

6 reacties op “Bureaucratie”

  1. Druk druk druk die mensen. Zonde eigenlijk, want dan genieten ze niet. En zei de man met de zware wenkbrauwen niet dat je moest genieten?
    Voortaan toch maar gelijk kloppen en naar binnen lopen 🙂
    Dit stukje las weer als een spannend verhaal, erg benieuwd hoe het af zou gaan lopen.

  2. ja, herkenbaar ook. vooral dat moment van: ‘wacht eens even… ik ben zelf ook hartstikke belangrijk! en druk!’

  3. Kun je je stukje niet even uitprinten en opsturen aan mevrouw Sikkema? Kan ze het boven haar bureau hangen en misschien ook iets doen aan de bewegwijzering en zo….Scheelt jou je (net zo) kostbare tijd!

  4. Rowan avatar

    “Het bureau”.

  5. O, ik zie nu ineens, dat ze Sikkinga heet.Nou ja, what’s in a name als ze toch moeilijk te vinden is….

  6. Dimitrie avatar
    Dimitrie

    Soms… soms… lijkt het alsof je in een boek van Kafka bent gevallen.