Op het pleintje waren wat kinderen aan het elastieken. Het waren vijf Marokkaanse meisjes en één Marokkaans jongetje. De meisjes sprongen met interessante, sierlijke beweging in en uit het elastiek. Het jongetje was minstens drie jaar en zeker twee koppen kleiner dan de meisjes. Hij diende als paal voor het elastiek. Tegenover hem stond de kleinste van de meisjes, ook als paal. Bij het meisje zat het elastiek rond haar knieën, bij het jongetje zat het een stuk hoger.
Hij maakte geen deel uit van het spel. Hij keek naar de mensen die voorbij liepen, naar een hond die aan de grond snuffelde, en een kinderwagen die geparkeerd stond zonder kind erin. Zijn grote, bruine ogen keken dromerig voor zich uit, terwijl het elastiek strak gespannen stond.
De meisjes bedachten steeds nieuwe sprongen om het elastieken tot ware kunst te verheffen. Het meisje dat als paal diende, was gewisseld en mocht even meedoen met de rest. Het meisje dat nu de plek van de paal had ingenomen, had een rokje aan, en dat was lastig elastieken.
Het jongetje werd weer afgeleid en keek achterom, waardoor zijn lichaam even omdraaide. Eén van de meisjes kwam hierdoor bijna ten val. Hij kreeg een uitbrander van het oudste meisje. Ze zwaaide vervaarlijk met haar vinger. Hij nam zijn oude positie weer in.
Het ging zachtjes regenen, maar de meisjes wisten van geen ophouden. Het jongetje gaapte. Hij keek naar binnen, het café in. Regendruppels bleven op zijn krullende haar liggen en lichtten op.
Toen stapte hij uit het elastiek en drentelde weg. Het elastiek viel levenloos op de grond, de spanning gebroken. De meisjes keken verbouwereerd om. Het jongetje haalde zijn schouders op en begon te spelen met een schepje dat in de natte zandbak lag.
Reacties
Eén reactie op “Elastieken”
zo mooi merel, zwoele melancholie