Van achteren was ze een mooie, slanke vrouw met een bos lang blond haar. Op haar hoge hakken en gehuld in een getailleerde lange jas waaronder haar lange benen uitstaken, kon zij doorgaan voor een fotomodel.
Toen zij zich omdraaide, zag ik haar ingevallen gezicht zonder tanden, met zweetdruppels op haar voorhoofd en een tik aan haar ogen, waarbij haar linkermondhoek omhoog getrokken werd. Ze krabte nerveus haar wangen open, en keek me af en toe vijandig aan. Ik kon niet wegkijken – en kreeg de voorspelbare opmerking of er iets te zien viel ofzo. In de weerspiegeling van het raam kon ik haar ook gadeslaan, zag ik toen. Ik voelde diepe treurnis bij haar aanblik, en tegelijk een fascinatie voor zoveel wat niet klopte. Mensen die haar zagen, weken uit. Ze ging zitten en bleef alleen, ook al was er verder geen plek.
Na een tijdje liep ze weer weg, scheldend op de wereld, haar jas tot aan haar kin dichtgesnoerd. Van achteren zag ze eruit als een mooie dame, doelbewust en ambitieus.
Reacties
3 reacties op “Uiterlijk”
Zo zie je maar dat iedereen twee kanten heeft….weliswaar is dit voorbeeld wel heel erg letterlijk .
Misschien nog wel meer kanten, die soms zo ver uit elkaar drijven dat de ziel niet meer weet in welke zich terug te vinden.
Mensen zijn zo leuk en verrassend om naar te kijken 🙂