Ik moest me melden bij de rector.
Uit gewoonte was ik naar de achterkant van de school gefietst. Dat deed ik vroeger ook. Je was cool als je via de achterdeur naar binnen ging. Waarschijnlijk was dat het enige coole aan mij.
Nu waren de deuren op slot en er stonden nauwelijks fietsen.
Omdat ik te vroeg was, besloot ik naar het bakkertje door te fietsen, waar wij soms in de pauze naar toe gingen nadat we onze lunch van thuis hadden weggegooid, om ons vol te stoppen met halve stokbroden met kroket. In het bakkertje was het op zo'n moment bomvol en de scholieren deden onaardig en arrogant, zodat ik medelijden had met de bakkersvrouw.
Het bakkertje was vervangen door een tapasbar. Op de kruidenierswinkel ernaast stond 'max. 2 scholieren tegelijk'.
En toen moest ik mij melden bij de rector. Dat hoefde ik slechts één keer tijdens mijn hele schooltijd. Niet erg cool natuurlijk.
Nu voelde het echter als een privilege en hadden de scholieren, als ze niet in de klas hadden gezeten, vast nieuwsgierig gekeken naar die vrouw die bij de rector was ontboden.
Onderweg kwam ik de grijze en bebaarde claviger tegen. Een claviger heet op andere scholen conciërge, kwam ik later achter.
Hij herkende mij meteen, ook al was het 15 jaar geleden dat ik eindexamen deed.
Hij was eigenlijk de coolste.
Geef een reactie