In de kantine waren er sandwiches met speculaas. We kregen banketstaaf van een anonieme Piet. Het Marokkaanse meisje van het winkeltje beneden had over haar hoofddoekje heen een zwartepietenmuts opgedaan. In grote bakken lagen pepernoten. De schuimpjes waren er al voor de lunch uit. De baas zei dat ze morgen waarschijnlijk in Spanje zou zijn. We kregen toch nog een stukje chocoladeletter.
De omroepster van de trein dichtte de vertraging. Een vrouw zat geconcentreerd bij het raam op een servetje te dichten. Op straat waaide de mijter bijna van zijn hoofd. Niet ver hiervandaan gingen twee kinderen dronken van geluk en uitgeput van de opwinding hun bedjes in.
En ik mag vanavond nog.
Hoewel ik zeur en zeg dat ik het te druk heb, hoewel ik nog honderd dingen dichten moet, hoewel ik nog moet plakken en knippen en lijmen, val ik vanavond ook dronken van geluk en uitgeput van de opwinding mijn bedje in.
En zaterdag weer.
Geef een reactie